FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   >>  
parel der dankbaarheid op zijne vingeren bleef glinsteren. "Gij zijt vrij, verlaat nu dezen kerker; niemand zal u tegenhouden," zeide de substituut. "Ik heb hier nog iets te verrichten en wensch u allen vaarwel." Hij ging ter deur uit, als hadde hij haast om aan de dankbetuigingen dezer gelukkige lieden te ontsnappen. "Komt nu met mij naar de herberg," zeide Frederic. "Daar wacht u een goede maaltijd en eene flesch wijn, om uwe verlossing te vieren." Allen volgden hem. Toen de groote poort van het gevangenhuis voor hen werd geopend, sprong Jan Verhelst er uit. Omringd van zijn juichend huisgezin, hijgde hij eenige malen bij machtige teugen, als wilde hij zijne borst met de zoete lucht der vrijheid opvullen. Dan hief hij de armen en oogen ten hemel, mompelde eene bede, liep vooruit en riep: "Vrij, ik ben vrij! hoera! hoera!" "Hoera, hoera! Vader is vrij!" herhaalden zijne kinderen, en zij huppelden hem achterna met kreten van blijdschap en zwaaiden jubelend hunne mutsen in de lucht. SLOT Des anderendaags in den morgen scheen het te Bolderhout kermis te zijn. De dorpelingen in hun zondagsgewaad wandelden opgeruimd over de markt en op den grooten steenweg. Uit de vensters veler huizen stak eene wapperende vlag, en de baan naar den barreel van den ijzeren weg was van weerszijden beplant met mastboomkens, aan elkander verbonden door festoenen van loof en bloemen. Bij den uitgang der gemeente naar de stad verhief zich een windmolen op eenen heuvel. Daarboven stond de veldwachter met eene brandende lont in de hand, terwijl aan den voet van den molenberg de leden der muziekmaatschappij zich met hunne speeltuigen gereed hielden om een vroolijk deuntje aan te heffen. Een man was er, die over en weder draafde, van den eenen hoop tot den anderen, en elkeen bevelen scheen te geven, als ware hij hier de overste geweest. Het was Jacob, de hovenier van den notaris. Nu liep hij, als door ongeduld gejaagd, den heuvel op, sprak in aller haast met den veldwachter en keek dan over den steenweg in het veld. Hij had eenigen tijd reeds daar gestaan en zijn ongeduld door morren lucht gegeven, toen hij eensklaps uitriep: "Mannen, vrienden, hoera! Opgepast, daar zijn ze!" De veldwachter blies op zijne lont; de muzikanten brachten hunne speeltuigen aan de lippen. Wie werd hier dan afgewacht? Een nieuwe burgemeester? De gouverneur? De koning? In de verte kwam eene opene koets als een bankwagen, met twee
PREV.   NEXT  
|<   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   >>  



Top keywords:

veldwachter

 

steenweg

 

ongeduld

 
heuvel
 
scheen
 

speeltuigen

 

vensters

 

hielden

 
gereed
 

Daarboven


brandende
 

terwijl

 

molenberg

 

grooten

 

muziekmaatschappij

 

elkander

 

verbonden

 

wapperende

 
mastboomkens
 

beplant


barreel

 

weerszijden

 

vroolijk

 

festoenen

 

gemeente

 

ijzeren

 

verhief

 

huizen

 

uitgang

 

bloemen


windmolen

 

Opgepast

 
vrienden
 

brachten

 

muzikanten

 

Mannen

 

uitriep

 
morren
 
gestaan
 

gegeven


eensklaps

 
lippen
 

bankwagen

 

nieuwe

 
afgewacht
 
burgemeester
 

gouverneur

 

koning

 

elkeen

 

anderen