FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108  
109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   >>   >|  
gegeven. Waarop Faunus vroeg: "als 't nu eens door rechtschapen, vrome mannen tot goede doeleinden werd aangewend?" "Dat zou ook al voldoende wezen," antwoordde de schim. Verheugd over dit antwoord vroeg onze duivelbanner met groote nauwkeurigheid hoeveel de som bedroeg. De ander noemde een groote som, zooveel als hem goed dacht. Hij wees ook een plaats aan, maar nog al veraf gelegen, waar die schat begraven zou zijn. Hij gaf voorschriften, tot welke doeleinden hij wilde dat het geld zou worden besteed.--THOMAS: Waartoe moest dat?--ANSELMUS: Dat drie menschen elk een bedevaart moesten doen: een naar den zetel van Petrus, een ander om den heiligen Jacobus te Compostella te gaan begroeten en de derde moest de kam van Jezus gaan kussen, die te Trier bewaard wordt. Verder moest in verschillende kloosters een groote menigte psalmen gezongen en missen gelezen worden. En wat er overschoot van het geld mocht Faunus naar eigen believen besteden. Onze Faunus was met al zijn denken bij dien schat: hij had hem in zijn gedachten al verslonden.--THOMAS: Ja, dat is een algemeene kwaal, ofschoon in 't bijzonder de priesters in dat opzicht een kwaden naam hebben.--ANSELMUS: Toen alles op het punt van het geld geregeld was, begon de duivelbezweerder, daartoe door Polus aangezet, de schim te ondervragen over zeldzame en geheime kunsten, over goudmakerij en tooverkunst. Ook hierop antwoordde de schim 't een en ander voor de omstandigheden passend, maar met de belofte dat hij nog meer aanwijzingen zou geven zoodra hij door zijn toedoen van zijn kwelgeest bevrijd zou zijn. Dat mag je nu, als je wilt, het derde bedrijf van de komedie noemen. In het vierde bedrijf begon Faunus overal in vollen ernst de verwonderlijke zaak uit te bazuinen: hij klapte over niets anders in zijn gesprekken en aan maaltijden; hij beloofde aan kloosters prachtige geschenken, wist heelemaal niet meer van bescheidenheid in zijn spreken. Ook ging hij naar de plaats waar de schat begraven moest liggen; vond de aangewezen teekens, maar durfde toch niet naar den schat te graven, omdat de geest hem bang gemaakt had, dat 't met groot gevaar voor hem verbonden zou zijn, wanneer de schat werd aangeraakt voor de vereischte missen waren gelezen. Veel menschen die wat fijner neus hadden dan hij, begonnen al lont te ruiken. Maar toen hij overal en bij elke gelegenheid zijn dom bijgeloof uitkraamde, kreeg hij van zijn vrienden en vooral ook van den abt van zijn klooster een wenk, om
PREV.   NEXT  
|<   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105   106   107   108  
109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   131   132   133   >>   >|  



Top keywords:

Faunus

 

groote

 

worden

 

bedrijf

 

THOMAS

 

missen

 

kloosters

 
gelezen
 

ANSELMUS

 

menschen


overal
 

begraven

 

doeleinden

 

antwoordde

 
plaats
 
gesprekken
 

hierop

 

tooverkunst

 

anders

 

goudmakerij


klapte

 

geheime

 

kunsten

 

omstandigheden

 
zeldzame
 

bazuinen

 

noemen

 
toedoen
 

zoodra

 

kwelgeest


komedie

 

maaltijden

 

bevrijd

 

verwonderlijke

 

vollen

 

belofte

 

aanwijzingen

 

vierde

 
passend
 

fijner


vereischte

 

vrienden

 

verbonden

 

wanneer

 

aangeraakt

 

hadden

 

gelegenheid

 

bijgeloof

 
begonnen
 

uitkraamde