FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41  
42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>   >|  
nieuwsgierigen, half starenden blik van den vreemdeling en provinciaal. Zijne gezellin, op den rug van den ezel in een zadelkussen gezeten, droeg een ruim overkleed van donkere wollen stof, terwijl een witte sluier haar hoofd bedekte. Nu en dan lichtte zij den sluier even op, om te zien wat in hare omgeving voorviel; maar zoo weinig, dat haar gelaat onzichtbaar bleef. Ten langen laatste werd de man aangesproken: --Zijt gij niet Jozef van Nazareth? --Dat is mijn naam, luidde het antwoord, en gij? ah--ik zie het al. De vrede Gods zij met u, mijn vriend, Rabbi Samuel! --En met u. De Rabbi hield op, zag de vrouw even aan en voegde er bij: met u en al de uwen. Dit zeggende drukte hij zijn rechterhand tegen zijn borst en groette de vrouw met een hoofdknik. Zij had haar sluier een weinig ter zijde geslagen, genoeg om te doen zien, dat zij nog zeer jong was. --Naar de frischheid uwer kleeding te oordeelen, zeide de Rabbi, zou ik denken, dat gij hier in de stad overnacht hebt. --Neen, antwoordde Jozef, wij konden gisteren niet verder komen dan Bethanie, en zijn hedenmorgen vroeg vandaar vertrokken. --Hebt gij een lange reis in 't vooruitzicht? Naar Joppe misschien? --Wij zijn op weg naar Bethlehem. Het gelaat van den Rabbi betrok. Begrepen, zeide hij. Gij zijt in Bethlehem geboren en gaat er nu met uwe dochter heen, om u volgens het keizerlijk bevel te laten beschrijven. Hoe zijn de machtigen gevallen! --Dat is mijne dochter niet, zeide Jozef. De Rabbi lette niet op die aanmerking, hij vervolgde zijn eigen gedachtengang en zeide: Wat doen de Zeloten in Galilea? --Ik ben timmerman, en Nazareth is een kleine plaats, antwoordde Jozef voorzichtig. Ik heb geen tijd om deel te nemen aan twistvragen. --Maar gij zijt een Jood, vermaande de Rabbi, en nog wel uit het geslacht van David. Het kan u onmogelijk behagen andere schatting te betalen dan die, welke volgens onze wet aan Jehova toekomt. Jozef zweeg. --Ik zeg niets over het bedrag der schatting, vervolgde zijn vriend. Dat is niet hoog, o neen. Maar dat zij ons schatting opleggen, dat is schande. Zeg eens, is het waar, dat Judas zich voor den Messias uitgeeft? Gij woont te midden van zijne volgelingen. --Ik heb zijne volgelingen hooren beweren dat hij de Messias is. Op dit oogenblik sloeg de vrouw haren sluier geheel weg, zoodat de Rabbi haar vol in 't gelaat kon zien. Haar zeldzamen schoonheid en de uitdrukking harer oogen troffen hem. --Uwe
PREV.   NEXT  
|<   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41  
42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   >>   >|  



Top keywords:
sluier
 

schatting

 

gelaat

 

vervolgde

 

antwoordde

 

volgens

 
Nazareth
 

vriend

 

dochter

 

Bethlehem


Messias

 

volgelingen

 

weinig

 

keizerlijk

 
voorzichtig
 

kleine

 

beschrijven

 

plaats

 

vermaande

 

twistvragen


timmerman
 

aanmerking

 

geboren

 
gedachtengang
 
Galilea
 

machtigen

 

gevallen

 

Zeloten

 

onmogelijk

 

oogenblik


zoodat

 

geheel

 

opleggen

 

schande

 

uitgeeft

 

hooren

 

midden

 
beweren
 

bedrag

 

andere


uitdrukking

 

schoonheid

 
betalen
 
behagen
 

troffen

 

Begrepen

 
toekomt
 

Jehova

 
zeldzamen
 

geslacht