FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70  
71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   >>   >|  
frisch gehouden door een fontein in het midden. Hier waren de vakken tot vertrekjes ingericht, hoog, luchtig, en van wit- en roodgestreepte voorhangsels voorzien. Uit dezen hof voerde een trap naar de terrassen op de bovenverdieping, vanwaar een tweede trap naar het platte dak leidde, dat rondom door een borstwering omgeven was. Uit de geheele inrichting van deze woning kon men zien, dat de bewoners lieden van aanzien waren. In den hof gekomen begaf Juda zich tusschen het bloeiend struikgewas door naar de trap, om het terras te bereiken en zijn eigen kamer op te zoeken. Het zware gordijn oplichtende, dat den toegang afsloot, trad hij binnen en wierp zich voorover op den divan. Zoo bleef hij uren liggen, totdat tegen den avond een vrouw op den drempel verscheen en zijn naam noemde. Op zijn toestemming trad zij binnen. Het avondeten is gebruikt, zeide zij, het is geheel donker. Heeft mijn zoon geen honger? --Neen. --Zijt gij ziek? --Ik heb slaap. --Uwe moeder heeft naar u gevraagd. --Waar is zij? --In het zomerhuisje op het dak. Juda richtte zich op en zat overeind. Heel goed, breng mij iets te eten. --Wat zal ik u brengen? --Wat gij wilt, Amrah. Ik en niet ziek; maar het is mij alles onverschillig. Het leven lacht mij niet meer zoo vriendelijk toe als van morgen. 't Is een nieuwe ziekte, Amrah; en gij, die mij zoo goed kent en mij altijd in alles geholpen hebt, moet nu maar eens iets bedenken, dat te gelijk tot voedsel en medicijn kan dienen. Breng mij dus wat gij noodig oordeelt. Amrah's vragen en haar zachte sympathieke toon spraken van een innige verhouding tusschen die beiden. Zij legde hare hand op zijn voorhoofd, en verwijderde zich toen zeggende: Ik zal er voor zorgen. Een poosje later kwam zij terug en bracht op een houten blad een beker wijn, een kom melk, een paar sneedjes wittebrood, een stuk gebraden kip, honing en zout, en een bronzen lamp. Nu schoof Amrah een tafeltje aan, zette het blad daar op en knielde naast den divan neder om den knaap te bedienen. Oogenschijnlijk was zij een vrouw van vijftig jaren, donker van uitzicht, donker van oogen. Een witte tulband bedekte haar hoofd, de oorlapjes echter vrij latende, die het merkteeken droegen van haren stand in de maatschappij. Zij was een Egyptische slavin, aan wie zelfs het heilige vijftigste jaar niet de vrijheid zou hebben kunnen hergeven, wat zij overigens ook niet begeerde, want de knaap, dien zij verzorgde, was haar lief
PREV.   NEXT  
|<   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70  
71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   >>   >|  



Top keywords:
donker
 

tusschen

 

binnen

 

innige

 

verhouding

 

spraken

 
beiden
 

sympathieke

 

zachte

 

vrijheid


zeggende

 

zorgen

 

heilige

 

vijftigste

 
hebben
 

voorhoofd

 

verwijderde

 

hergeven

 

voedsel

 

gelijk


medicijn
 

dienen

 

bedenken

 
verzorgde
 
oordeelt
 

vragen

 

overigens

 

begeerde

 

noodig

 

kunnen


poosje

 

knielde

 

latende

 

merkteeken

 

droegen

 

schoof

 

tafeltje

 
vijftig
 

Oogenschijnlijk

 

tulband


bedekte

 

echter

 
oorlapjes
 
bedienen
 

geholpen

 

houten

 
slavin
 

Egyptische

 
bracht
 

honing