ngebruikte vertrekken schoon
gemaakt en gelucht werden, alsof men eene vermeerdering van garnizoen
wachtte; de lijfwacht misschien van den grooten heer.
Een schaduw vloog over Juda's gelaat; hij staarde op den grond.
--Herinnert gij u nog, vraagde Messala, dat wij hier in den tuin
afscheid van elkander namen, toen ik naar Rome ging? De vrede Gods
vergezelle u! dat waren uw laatste woorden, en ik zeide: Mogen de goden
u bewaren. Hoe lang is dat nu al geleden?
--Vijf jaar, antwoordde de ander.
--Nu, gij hebt alle reden van dankbaarheid jegens--ja, jegens wie? De
goden?... Wel, het doet er niet toe. Gij zijt flink opgegroeid, de
Grieken zouden u mooi noemen. Was Jupiter maar tevreden met een
Ganymedes, wat een kostelijke schenker zoudt gij dan niet voor den
keizer zijn. Maar zeg mij, Juda, waarom stelt gij zooveel belang in de
komst van den procurator?
Juda sloeg de groote ogen op en zag zijnen vriend ernstig aan.--Ja, vijf
jaren, zeide hij. Ik herinner het mij nog heel goed. Gij gingt naar
Rome. Ik zag u wegrijden en weende, want ik had u lief. De jaren zijn
voorbijgegaan en gij zijt tot mij teruggekeerd, goed onderwezen, en
vorstelijk in uw voorkomen--neen, ik scherts niet; maar toch, toch wilde
ik dat gij dezelfde Messala waart van vroeger.
--Neen, neen, geen Ganymedes, een orakel is mijn vriend Juda. Enkele
lessen bij mijn ouden leermeester in de rhetorica, vlak bij het Forum,
een weinig oefening in de kunst der mysterien, en Delphi zal in u Apollo
zelven zien. Maar alle gekheid ter zijde, in welk opzicht ben ik niet de
Messala, die ik was bij mijn vertrek? Ik heb eenmaal onder het gehoor
gezeten van den grootsten philosoof onder de zon. Een gezegde herinner
ik mij nog: Tracht uw tegenstander te begrijpen voordat gij hem
antwoordt.--Stel mij in de gelegenheid u te begrijpen.
Een donkere blos steeg Juda naar 't gelaat onder Messala's spottenden
blik; toch antwoordde hij op vasten toon: Ik bemerk dat gij uw tijd goed
gebruikt hebt. Gij hebt veel kennis opgedaan, gij spreekt met groote
gemakkelijkheid, maar in uwe woorden ligt een angel verborgen. Toen mijn
vriend Messala wegging was zijne natuur giftvrij. Voor niets ter wereld
zou hij zijn vriend gegriefd hebben.
De Romein glimlachte, alsof hij zich gestreeld voelde en hief het hoofd
trotsch omhoog. O, plechtstatige Juda, wij zijn niet te Dodona. Laat
dien orakeltoon varen, druk u duidelijk uit. Waarmede heb ik u gegriefd?
De ander haalde diep adem, tr
|