FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68  
69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   >>   >|  
machus wijze lessen gevende, had het hem niet kunnen verbeteren. --Gelooft gij aan de Parcen? Maar 't is waar, ik vergat dat gij een Sadduceer zijt. De Esseers, dat zijn bij u de verstandige lieden; zij gelooven aan de zusters. Ik ook. Wat zit dat drietal ons altijd in de weg bij het plannen maken! Ik ben bezig een plan te maken. Ik baken mijn weg af, hierheen en daarheen, bij Apollo, op het oogenblik dat ik de hand uitstrek om mijn doel te bereiken, hoor ik achter mij haar schaar knarsen. Ik zie om, en daar is zij!--Maar Juda, waarom werdt gij half razend toen ik van de mogelijkheid sprak, dat ik Cyrenius zou opvolgen? Dacht gij dat ik mijzelven wilde verrijken door uw Judea te plunderen? En gesteld dat het zoo was, op een goeden dag zal de eene of andere Romein dat zeker doen--waarom ik dan niet? Juda vertraagde zijnen stap. --Vreemde overheerschers hebben Judea onderdrukt, voordat de Romeinen het onderwierpen, zeide hij op plechtigen toon. Waar zijn zij gebleven, Messala? Judea heeft ze allen overleefd. Wat eenmaal was zal wederom zijn. Op luchthartigen toon antwoordde Messala: De Parcen hebben nog meer aanhangers behalve de Esseers. Welkom, Juda, gij zijt een van de haren. --Neen, Messala, reken mij daar niet toe. Mijn geloof rust op de rots, die de grondslag was van het geloof mijner vaderen--op het verbond van den God van Israel. --Veel te hartstochtelijk, Juda! Wat zou mijn leermeester zich geergerd hebben, als ik mij in zijne tegenwoordigheid zoo had durven opwinden! Er waren nog andere dingen, die ik u had willen vertellen; maar nu durf ik niet. Zwijgend gingen zij een eind verder, toen begon Messala weer: Ik geloof dat gij thans wel weder in staat zijt om naar mij te luisteren, vooral omdat wat ik te zeggen heb uzelven betreft. Ik zou u, mijn schoone Ganymedes, gaarne van dienst zijn. Ik houd van u, zooveel als ik maar kan. Ik zeide u, dat ik van plan ben soldaat te worden. Waarom zoudt gij mijn voorbeeld niet volgen? Waarom zoudt gij niet uit den engen cirkel stappen, waarin uw leven besloten moet zijn, wanneer gij hier blijft? Juda gaf geen antwoord. --Wie zijn in onze dagen de wijzen? vervolgde Messala. Niet zij die hun leven doorbrengen in twisten over doode zaken, over Baaels, Jupiters en Jehova's, over wijsbegeerten en godsdiensten. Noem mij een grooten naam, onverschillig waar gij hem vandaan haalt--uit Rome, Egypte, het Oosten, of hier uit Jeruzalem, en Pluto moge mij hebben, als di
PREV.   NEXT  
|<   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68  
69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   >>   >|  



Top keywords:
Messala
 

hebben

 

geloof

 

Esseers

 

Waarom

 

waarom

 
andere
 

Parcen

 

Jeruzalem

 

gingen


verder

 

zeggen

 

vooral

 

onverschillig

 
luisteren
 

Zwijgend

 

vandaan

 

geergerd

 

Egypte

 

Israel


hartstochtelijk
 

leermeester

 

tegenwoordigheid

 
durven
 
willen
 

vertellen

 

uzelven

 

opwinden

 

dingen

 

gaarne


Baaels

 

blijft

 

Jupiters

 

wanneer

 

waarin

 

Jehova

 

besloten

 
antwoord
 

doorbrengen

 

twisten


vervolgde

 

wijzen

 
stappen
 
cirkel
 

dienst

 

zooveel

 
grooten
 

schoone

 
Ganymedes
 

godsdiensten