t. Zoo is uw leven, uw gezichtskring. Wie zal mij ten kwade
duiden als ik daarover lach? Wat is uw God, tevreden met de aanbidding
van zulk een volk, vergeleken met onzen Jupiter, die ons zijne adelaars
afstaat, om er de gansche wereld mee te veroveren? Hillel, Simeon,
Shammai, wat zijn die allen, vergeleken met de meesters, die ons leeren
dat alles wat geweten kan worden wetenswaard is?
De Jood stond op, zijne oogen schoten vuur.
--Neen, neen, blijf zitten, Juda, blijf zitten, riep Messala, de hand
naar hem uitstrekkende.
--Gij bespot mij.
--Luister nog even, zeide Messala lachend. Ik ben u werkelijk dankbaar,
dat gij het oude huis uwer vaderen verlaten hebt om mij hier te komen
verwelkomen en onze vroegere vriendschap weder aan te knoopen, indien
ons dat mogelijk is. Ga, zeide mijn leermeester bij zijn laatste les,
ga, en zoo gij beroemd wilt worden, bedenk dan dat Mars regeert en Eros
zijne oogen gevonden heeft. Hij bedoelde: liefde is niets, oorlog alles.
Zoo is het in Rome. Het huwelijk is de eerste stap tot echtscheiding.
Eros is gevallen, Mars regeert. Ik word soldaat; maar u, Juda, beklaag
ik, want wat kunt gij worden?
Juda zweeg.
--Ja, ik beklaag u, arme Juda. Van de school in de synagoge, dan naar
den tempel, en dan, o heerlijkheid, een zetel in het Sanhedrin. Een
leven zonder vooruitzichten! Maar ik--en Juda zag hem in het van
overmoed stralend gelaat,--maar ik--nog is de wereld niet veroverd. De
zee bergt onbekende eilanden. In het noorden leven nog volken, waarmede
wij een lans kunnen breken. Alexanders tocht naar het verre oosten te
voleindigen blijft nog voor den een of ander over. Hoevele gelegenheden
heeft een Romein dus om zich te onderscheiden.
Na een korte pauze hervatte hij: een veldtocht naar Afrika, een
veldtocht naar Scythie, dan--een legioen! De meesten eindigen hunne
loopbaan daarmede, niet alzoo ik. Ik, bij Jupiter, welk een
vooruitzicht, ik zal mijn legioen opgeven voor een prefectuur. En wat
wil dat niet zeggen! een leven in Rome met geld--geld, wijn, vrouwen,
spelen, dichters bij het feestmaal, intriges aan het hof, dobbelspel het
gansche jaar door. Ziedaar het leven dat ik verlang--een voordeelige
prefectuur, en ik heb alles wat ik begeer. O Juda! hier is Syrie! Judea
is rijk; Antiochie een hoofdstad voor de goden. Ik word de opvolger van
Cyrenius, en gij--zult mijn geluk met mij deelen.
Romeinsche sophisten en rederijkers zouden Messala waarschijnlijk
toegejuicht hebben;
|