FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63  
64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   >>   >|  
rs gehouden hebben. Beiden waren zwart van haar en oogen, beider gelaat was door de zon verbrand. De oudste zat blootshoofds. Een ruime tunica, tot aan de knie reikend, was zijn eenig bekleedsel, zijn lichtblauwe mantel strekte hem tot zitkussen. De tunica van fijne, grijze wollen stof, met rood omboord en om het midden bevestigd met een zilveren koord, maakt den Romein kenbaar, en, indien hij onder het spreken wel eens uit de hoogte neerziet op zijn makker en hem als zijn mindere behandelt, wie, die weet dat hij tot een der voornaamste geslachten van Rome, het geslacht Messala, behoort, zal het hem euvel duiden? In de bloedige oorlogen tusschen den eersten keizer en zijn groote tegenstanders was een Messala de vriend geweest van Brutus. Later, toen Octavianus om de kroon streed, ondersteunde Messala hem. Octavianus, keizer Augustus geworden zijnde, gedacht zijne diensten en overlaadde zijn geslacht met eerbewijzen. Toen Judea een provincie van het Romeinsche rijk geworden was, zond hij den zoon van zijn ouden vriend als ontvanger der belasting naar Jeruzalem, in welke hoedanigheid hij met den hoogepriester het paleis bewoonde. De jongeling met wien wij zooeven kennis maakten was zijn zoon, en die jeugdige Messala was er niet weinig trotsch op, dat zijn grootvader in zoo nauwe betrekking gestaan had tot de edelsten onder de Romeinen. De andere knaap was tengerder van gestalte. Zijn kleeding was van fijn wit linnen, zooals men ze gewoonlijk in Jeruzalem droeg, en een laag in den nek neerhangende doek beschermde zijn hoofd tegen de zonnestralen. Zijn gelaat was van het zuiver Joodsche type. Was de schoonheid van den Romein streng en klassiek, die van de Joodschen knaap was weelderig en aanvallig. --Zeidet gij niet dat de nieuwe procurator morgen komt? vraagde de jongste der knapen in het Grieksch, de taal die toen, vreemd genoeg, in Judea overal gebruikelijk was onder het beschaafd publiek. --Ja, morgen, antwoordde Messala. --Wie heeft het u verteld? --Ik heb het Ismael, den nieuwen gouverneur van het paleis, gij noemt hem den hoogepriester, gisterenavond aan mijn vader hooren vertellen. Ik geef toe, dat het meer geloofwaardig zou zijn, als een Egyptenaar, of zelfs een Idumeer het gezegd had; daarom heb ik het van morgen aan een hoofdman van den burcht gevraagd. Hij zeide dat alles voor de ontvangst in gereedheid werd gebracht, dat de wapenknechten helmen en schilden oppoetsten en de arenden verguldden; dat o
PREV.   NEXT  
|<   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63  
64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   86   87   88   >>   >|  



Top keywords:
Messala
 

morgen

 

Romein

 

geslacht

 

Octavianus

 

paleis

 
hoogepriester
 

vriend

 

geworden

 

keizer


Jeruzalem

 

tunica

 

gelaat

 

weelderig

 
aanvallig
 

Zeidet

 

Joodschen

 

klassiek

 

schoonheid

 

streng


Beiden
 

nieuwe

 

Grieksch

 
vreemd
 
genoeg
 

overal

 

knapen

 

jongste

 

procurator

 

hebben


vraagde

 

Joodsche

 

zonnestralen

 

kleeding

 

linnen

 

zooals

 

gestalte

 
Romeinen
 

andere

 

tengerder


beschermde

 

gebruikelijk

 
neerhangende
 
gewoonlijk
 

zuiver

 

publiek

 
gevraagd
 

burcht

 
hoofdman
 

Idumeer