.
--Wat voor nieuwtjes hebt gij?
--Weet gij het dan nog niet?
--Wat?
--Zij zeggen, dat de Messias geboren is.
--De Messias?! riepen de wasschende vrouwen in de hoogste verbazing.
De beide anderen zetten hare watervaten neder en gingen er op zitten.
Ja, zeiden zij, dat wordt ten minste verteld.
--Door wie?
--Door iedereen. De geheele stad spreekt er van.
--En wordt het geloofd?
--Van middag zijn drie vreemde mannen gekomen over de beek Kedron.
Zij reden alle drie op witte kameelen, zoo groot als wij ze hier in
Jeruzalem nog nooit gezien hebben. Men kon wel zien dat het rijke
menschen zijn, want hun tentjes zijn van zijde, en de gespen en franje
aan de zadels en hoofdstellen van goud. De schelletjes zijn van zilver
en maken echte muziek. Niemand kent ze; zij zien er uit alsof zij van
het einde der wereld komen. Een van de drie deed telkens het woord en
vroeg aan iedereen onderweg, zelfs aan vrouwen en kinderen: Waar is de
geboren Koning der Joden? Niemand kon hem daarom antwoord geven; niemand
begreep wat zij bedoelden. Maar zij hielden vol: Wij hebben zijne ster
gezien in het Oosten en zijn gekomen om hem te aanbidden. Bij de poort
hebben zij het gevraagd aan den schildwacht, maar die wist het evenmin,
en heeft hun gezegd, dat zij het best deden met het aan Herodes te gaan
vragen.
--Waar zijn zij nu?
--In de herberg. Ieder gaat er naar toe om hen te zien.
--Waar komen zij vandaan?
--Dat weet niemand. Ik denk dat het Perzen zijn. Het zijn in ieder geval
wijze mannen, die met de sterren praten, zoo iets als profeten,
misschien wel als Elia of Jeremia.
--Maar gij zegt, dat zij naar den Koning der Joden vragen, wien zouden
zij daarmee bedoelen?
--Den Messias natuurlijk, die pas geboren moet zijn.
Een van de vrouwen lachte en hervatte haar werk met de woorden: Komaan,
ik zal 't gelooven als ik hem zie.
Een tweede volgde haar voorbeeld en zeide: Ik--ja, ik zal 't gelooven,
als ik hem dooden weer levend zie maken.
Een derde zeide nadenkend: Men heeft hem lang verwacht. Voor mij zal het
genoeg zijn als ik hem een melaatsche zie genezen.
* * * * *
TIENDE HOOFDSTUK.
HERODES EN DE WIJZEN.
Eenige uren later in den avond, tegen den tijd der eerste nachtwake,
vinden wij in het paleis op den berg Sion een vijftigtal mannen,
bijeengeroepen door Koning Herodes: hoogepriesters, schriftgeleerden, de
hoofden der verschillende godsdienstige partijen:
|