FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48  
49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   >>   >|  
pen drongen op elkander in, de herders sprongen overeind en grepen naar de wapens. --Wat is er? riepen zij. Wat gebeurt daar? --Wat er is? De hemel staat in vuur! antwoordde de wachter. Plotseling werd het licht zoo verblindend sterk, dat zij hunne oogen met de handen bedekten en van angst en schrik op de knieen vielen. Daar hoorden zij een stem: Vreest niet; want ziet, ik verkondig u groote blijdschap, die al den volke wezen zal.--Die stem, zoo zacht en welluidend, stelde hen gerust. Zij hieven het hoofd op en zagen eerbiedig in de richting, vanwaar de stem kwam. En zie, daar stond, door een stralenden lichtschijn omgeven, een engelengedaante, gekleed in een schitterend wit kleed. Boven zijn voorhoofd blonk een ster met zeldzamen glans. Zegenend strekte hij de handen naar hen uit, zijn gelaat was vriendelijk en van hemelsche schoonheid. Zij hadden dikwijls van de engelverschijningen in vroeger dagen gehoord, en onder elkander daar wel eens over gesproken. Zij twijfelden dan ook niet, maar zeiden in hun hart: De heerlijkheid Gods is tot ons gekomen, en dit is de engel, dien God voormaals tot den profeet bij de rivier Ulai zond. De engel vervolgde: Want heden is u geboren de Zaligmaker, welke is Christus, de Heer, in de stad Davids. En dit zal u het teeken zijn: gij zult het Kinderke vinden in doeken gewonden en liggende in de kribbe. De hemelbode zweeg. Hij had zijne boodschap overgebracht, toch toefde hij nog, en terwijl de herders eerbiedig wachtten, breidde zich het licht, waarvan de engel het middenpunt uitmaakte, meer en meer uit--en was er met den engel een menigte des hemelschen heirlegers, prijzende God en zeggende: Eere zij God in de hoogste hemelen, vrede op aarde, in menschen een welbehagen. Toen ontplooide de engel zachtkens zijne vleugelen, verhief zich langzaam en statig in de lucht, en verdween weldra uit hunne oogen, het licht met zich voerende; maar nog geruimen tijd klonk het liefelijk engelenlied kun in de ooren. Toen de herders tot bezinning waren gekomen staarden zij elkander sprakeloos aan, totdat een van allen zeide: Dat was Gabriel, Gods bode bij de menschen. Niemand antwoordde. --Christus, de Heer, is geboren, zeide hij dat niet? --Ja, antwoordde een ander. --En zeide hij ook niet dat hij geboren is in de stad Davids? dat is dan toch Bethlehem, daar ginds. En dat wij hem zouden vinden in doeken gewonden? De herder, die het eerst gesproken had, staarde een oogenblik
PREV.   NEXT  
|<   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48  
49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   >>   >|  



Top keywords:
geboren
 

herders

 

elkander

 

antwoordde

 

menschen

 

eerbiedig

 
gekomen
 

Christus

 

Davids

 

gewonden


doeken

 

vinden

 

gesproken

 

handen

 
liggende
 

toefde

 

Gabriel

 

Kinderke

 

kribbe

 

hemelbode


boodschap
 

totdat

 

overgebracht

 
herder
 
zouden
 

staarde

 

oogenblik

 

Zaligmaker

 

teeken

 

sprakeloos


Bethlehem

 

Niemand

 

staarden

 

ontplooide

 

welbehagen

 

liefelijk

 

engelenlied

 
zachtkens
 

geruimen

 

verdween


weldra

 

statig

 
langzaam
 
vleugelen
 

verhief

 

hemelen

 
hoogste
 

waarvan

 
middenpunt
 

bezinning