FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60  
61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>   >|  
n, waarin over Kribbelgauw gesproken wordt, heet hij een verfoeilijk en verachtelijk monster. Maar ik houd er mij buiten.' 'Is er ook een kabouterboekje, Wistik?' Wistik keek Johannes eenigszins wantrouwend aan. 'Wat zijt gij eigenlijk voor een wezen, Johannes? Gij hebt zoo iets ... zoo iets ... menschelijks, zou ik zeggen.' 'Neen! neen! wees gerust, Wistik,' zeide Windekind toen, 'wij zijn elfen. Maar Johannes heeft vroeger veel menschen gezien. Gij kunt hem echter vertrouwen. Het zal hem geen kwaad doen.' 'Ja! ja! dat is goed en wel, maar ik heet de wijste der kabouters en ik heb lang en ijverig gestudeerd voordat ik wist wat ik weet. Nu moet ik voorzichtig zijn met mijn wijsheid. Als ik te veel vertel, verlies ik mijn reputatie.' 'Maar in welk boekje denkt gij dan, dat het rechte staat?' 'Ik heb veel gelezen, maar ik geloof niet, dat ik dat boekje ooit gelezen heb. Het is niet het elfenboekje, ook niet het kabouterboekje. Toch moet het er zijn.' 'Het menschenboekje misschien?' 'Dat ken ik niet, maar ik zou het niet denken. Want het ware boekje moet groot geluk en grooten vrede brengen, daarin moet nauwkeurig staan, waarom alles is zooals het is, zoodat niemand iets meer kan vragen of verlangen. Nu, zoo ver zijn de menschen, geloof ik, niet.' 'O! O neen!' lachte Windekind. 'Is er stellig zulk een boekje?' vroeg Johannes gretig. 'Ja! ja!' fluisterde het kaboutertje, 'ik weet het uit oude, oude verhalen. En--stil!--ik weet ook waar het is en wie het vinden kan.' 'O! Wistik! Wistik!' 'Waarom hebt gij het dan nog niet?' vroeg Windekind. 'Geduld maar, dat zal wel gebeuren. Enkele bizonderheden weet ik nog niet. Doch spoedig zal ik het vinden. Ik heb er mijn leven lang voor gewerkt en naar gezocht. Want voor hem, die het vindt, zal het leven zijn als een eeuwige herfstdag, blauwe lucht omhoog en blauwe nevel rondom, doch geen vallend blad zal ritselen, geen takje zal kraken en geen druppel zal tikken, de schaduwen zullen niet veranderen, en het goud op de boomtoppen zal niet verbleeken. Wat ons licht schijnt, zal duister zijn, en wat ons gelukkig schijnt, zal droevig wezen voor hem die dat boekje gelezen heeft. Ja! dit alles weet ik, en ik zal het ook eenmaal vinden.' Het kaboutertje trok de wenkbrauwen zeer hoog op en legde den vinger op zijn mond. 'Wistik zoudt gij mij kunnen leeren ...' begon Johannes; doch eer hij kon uitspreken, voelde hij een hevige windvlaag en zag een groote, z
PREV.   NEXT  
|<   36   37   38   39   40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60  
61   62   63   64   65   66   67   68   69   70   71   72   73   74   75   76   77   78   79   80   81   82   83   84   85   >>   >|  



Top keywords:

Wistik

 

Johannes

 

boekje

 

vinden

 

Windekind

 

gelezen

 
blauwe
 

schijnt

 

geloof

 

menschen


kabouterboekje

 

kaboutertje

 
fluisterde
 

uitspreken

 

eeuwige

 

stellig

 

groote

 
gretig
 
Enkele
 

Waarom


gebeuren

 
Geduld
 

herfstdag

 
bizonderheden
 
gewerkt
 

gezocht

 

spoedig

 

verhalen

 
tikken
 

wenkbrauwen


eenmaal

 

windvlaag

 

gelukkig

 

droevig

 

hevige

 

leeren

 

kunnen

 

vinger

 

duister

 
ritselen

kraken

 
druppel
 

vallend

 

omhoog

 
rondom
 

voelde

 

schaduwen

 

boomtoppen

 
verbleeken
 

lachte