FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43  
44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   >>   >|  
daar is alles het veiligst. Wil ik het bewaren?' 'Neen! niet hier op school.' 'Begraaf het dan buiten in de duinen. Ik zal aan mijn neef de veldmuis laten weten, dat hij er op passen moet.' 'Dank je muisje!' Bom! Bom! Daar kwam de meester aanstappen. In den tijd dat Johannes zijn pen indoopte, was het muisje verdwenen. De meester, die zelf naar huis verlangde, schold Johannes achtenveertig strafregels kwijt. Twee dagen lang leefde Johannes in voortdurenden angst. Hij werd streng in het oog gehouden en alle gelegenheid, om naar de duinen te ontsnappen, hem ontnomen. Het werd Vrijdag en nog liep hij met het kostbare sleuteltje rond. Den volgenden avond moest hij verschoond worden, men zou het sleuteltje ontdekken en hem afnemen, hij ijsde bij de gedachte. In huis of tuin durfde hij het niet verbergen, geen plekje scheen hem veilig genoeg. Het werd Vrijdagavond en de schemering begon te vallen. Johannes zat voor het venster van zijn slaapkamer en keek verlangend naar buiten, over de groene heesters van den tuin, naar de verre duinen. 'Windekind! Windekind! help mij,' fluisterde hij angstig. Daar ruischte een zachte vleugelslag naast hem, hij rook den geur van lelien van dalen en hoorde plotseling de bekende, zoete stem. Windekind zat naast hem op de vensterbank en liet de klokjes van een lelie van dalen aan den slanken stengel wiegelen. 'Zijt gij daar eindelijk! Ik heb zoo naar u verlangd!' zeide Johannes. 'Ga met mij mede, Johannes, wij zullen uw sleuteltje gaan begraven.' 'Ik kan niet,' zuchtte Johannes droevig. Doch Windekind vatte hem bij de hand, en hij gevoelde hoe hij, licht als het gepluisde zaadje van een paardebloem, wegzweefde door de stille avondlucht. 'Windekind,' zeide Johannes onder het zweven, 'ik houd zooveel van u. Ik geloof dat ik alle menschen voor u zou willen geven en Presto ook.' Windekind zeide: 'en Simon?' 'O, het kan Simon niet zooveel schelen, of ik van hem houd. Ik geloof, dat hij dat te kinderachtig vindt. Simon houdt alleen maar van de vischvrouw en dat ook alleen maar, als hij honger heeft. Gelooft ge, dat Simon een gewone kat is, Windekind?' 'Neen, hij is vroeger een mensch geweest.' Hoe-oe-oe! boms! daar vloog een dikke meikever tegen Johannes aan. 'Kunt gij niet beter voor u uitkijken,' bromde de meikever 'dat elfengoed vliegt maar, alsof het de heele lucht in pacht had! Dat heb je van die nietsdoeners, die altijd maar voor hun plezier rondzwerven, iem
PREV.   NEXT  
|<   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39   40   41   42   43  
44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   61   62   63   64   65   66   67   68   >>   >|  



Top keywords:
Johannes
 
Windekind
 
sleuteltje
 

duinen

 
alleen
 

zooveel

 
geloof
 
meikever
 

muisje

 

buiten


meester

 
zullen
 

gevoelde

 

droevig

 

begraven

 
zuchtte
 

verlangd

 

slanken

 

rondzwerven

 

stengel


klokjes

 

vensterbank

 

wiegelen

 

nietsdoeners

 

altijd

 

plezier

 

eindelijk

 

paardebloem

 
vischvrouw
 
kinderachtig

schelen

 
honger
 

mensch

 

geweest

 

vroeger

 

Gelooft

 

gewone

 

bromde

 

wegzweefde

 

zaadje


vliegt

 
elfengoed
 

gepluisde

 

stille

 

avondlucht

 
willen
 
Presto
 

menschen

 

zweven

 
uitkijken