FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39  
40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   >>  
n blijven ... En hij woont zelf met zoo'n net lief ... Als ik er zulk een vinden kon! frisch en mollig, een bloem op een veld!... Geerten vond die voorstellingen leutig, ze verdreven de achterdocht, die hem 't hart verknaagde ... Jaloersch was hij niet, neen ... maar toch ... Lowis was van hem, ... daar moest Franske zijn pooten afhouwen of anders ... De donkere Scheldebaren, opkammend met schuimende koppen, beukten razend de vlotbrug, die verlaten lag in den blauwenden maneschijn ... Wat verder, tegen de kade, donkerden de sombere scheepsrompen, beweegloos op den woesten, kletsenden golfslag van den door storm opgezwiepten stroom. Van uit de onzichtbaarheid der wijdsche duisternissen kwam nu en dan, bij vlagen aanwaaien het schorre toeten van een aankomend schip ... Geertens' dikgezoolde schoenen klopperden de houten brug onrustig; hem beving een gevoel van schrik, niet meer te overmeesteren hoe meer hij naderde ... Beneden in het stillere water achter den steenen pier dansten lichtekens de roeibootjes, bij elken schuimgolf, die klokkend tegen den houten steiger klotste ... en wat afgezonderd, gansch met zeildoek overspannen, dicht tegen elkander aangeleund, dobberden die vervloekte moteurkens, rank en sierlijk in 't nu en dan door wolken verduisterde wijfelschijnen der maan ... De stilte was zwaar, soms een korte pooze verbroken door 't heftig loeien van den wind en 't bulderend rollen der tuimelende baren van den hollen vloed. Geertens moed nam af. Hij vond zich-zelven laf, futloos-laf!: een ongekend gevoel voor hem. In zijn beneveld denken klaarde geen enkel beeld. Schuw speurde hij rond, sprong in een bootje, dat vast tegen den steiger lag: het wiegelde vervaarlijk, schepte wat water. Met een enkelen stap stond hij wijd-beenend overeind in 't naastbij liggende sloepje, dat hij zacht afdrijven deed tot het hem mogelijk werd zich vast te klampen aan den boeg van een ander vaartuigje, gemeerd aan een ijzeren ladder, die langs den kademuur daalde ... Nu was hij tegen de moteurkens ... Hij zou toeslaan ... Zijn groote lierenaar had hij reeds geopend om een groot gat in het over den motor gespannen zeildoek te kerven ... Sluw-voorzichtig meed hij den vagen schijn van een lantaarn op de kade ... Kalm wilde hij wezen ... Nu zou hij 't doen; nu ... Als hij maar eens zoo'n moteurken bezat! Dwars door 't natte strakke zeildoek gaf hij een groote snee, trok dan gejaagd zijn mes terug. Voetstappen weerhelmden
PREV.   NEXT  
|<   15   16   17   18   19   20   21   22   23   24   25   26   27   28   29   30   31   32   33   34   35   36   37   38   39  
40   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   >>  



Top keywords:

zeildoek

 

houten

 

groote

 
gevoel
 
moteurkens
 

Geertens

 
steiger
 

speurde

 

enkelen

 

wiegelde


sprong
 

vervaarlijk

 

schepte

 

bootje

 

tuimelende

 
rollen
 

hollen

 

bulderend

 

verbroken

 
heftig

loeien

 
klaarde
 

denken

 

beneveld

 

zelven

 

futloos

 

ongekend

 
schijn
 

lantaarn

 

voorzichtig


gespannen

 

kerven

 

gejaagd

 

weerhelmden

 

Voetstappen

 

moteurken

 

strakke

 

mogelijk

 

klampen

 

afdrijven


naastbij

 

overeind

 

liggende

 

sloepje

 

vaartuigje

 

gemeerd

 
lierenaar
 

geopend

 

toeslaan

 

ladder