r was meer!... Er
moest meer zijn ... Zooveel was er nooit in huis, kon er niet in huis
zijn na drie dagen verlet van hem ... en Trees was al sedert acht dagen
niet meer gaan leuren ... De stinkende lompen onder de trap, bleven het
huis verpesten, werden niet verkocht.--Er was geld! meer geld!... Hij
trok den diepen zak, in 't smoezelige kleed van Trees, om ... vond nog
enkele frankstukken en smerige nikkeltjes, centen en een gedeukte wilde
kastanje ... Er was geld, meer geld! Vloekend en tierend, schudde hij
zijn vrouw, neep heur den neus toe dat haar borst uithijgde den zwaren
jeneverstank, sloeg met vlakke hand haar in 't gezicht, dat zijn ruwe
eeltvingers er hel-rood op afgeteekend stonden ... Dan liep hij naar de
waterkruik en 't oude middel gebruikend, pletste haar een geut in 't
gezicht, dat de vuile vette haarklissen ervan dropen en Trees,
proestend, de oogen opende ...
--"'t Geld! 't Geld! schreeuwde Geerten schor ... 't Geld van vader!"
Verwilderd staarde ze hem aan, poogde te spreken, kon geen woord over de
neerhangende lippen krijgen ... "'t Geld, 't Geld van mij!"
Trees stond nu recht, haalde de schouders op, knikte neen ...
Razend, met een hol-klinkenden vloek, gaf hij zijn wijf een stomp in
volle gelaat, dat het bloed haar uit neus en mond gulpte ... "'t Geld!...
't Geld!..." Heescher gilde hij, moeilijk doorslikkend het overvloedige
speeksel dat op zijn trillende lippen schuimde ... Rood-beloopen stonden
zijn oogen, ver uit hun kassen.--
Het onvoorziene geweld deed Trees tot bezinning komen, ontnuchterde
haar. Nu eerst verstond ze goed wat Geerten begeerde, en na de
verwondering over de onverwachte, vroeger nooit ondervonden
mishandeling, had de schrik haar bevangen. Terwijl 't bloed in roode
vlekken stolde op heur vet-plekkige kleed, slofte ze schichtig bijna
door de kamer, tot bij het bed, kroop er half onder, pakte een oud
staalzakje van graan beet en zich oprichtend, overreikte het aan
Geerten, die met loerende oogen van wantrouwen gevolgd had elk harer
bewegingen ...
In 't flauwe gloren der lamp, schudde hij 't beursje ledig op de
tafel ... zijn oogen flikkerden, zijn dikke, gele handen scharrelden
koortsig met zwart-gerande nagels in 't geld ... tellend ... briefje voor
briefje--platstrijkend en beduimelend om zeker te zijn dat geen twee
bankjes aan elkaar kleefden ... Hij vergat Trees en Lowis ... en de heele
wereld ... er was geld ... geld ... wel vierhonderd frank ... Er moest meer
|