zijn ... ze had er veel van opgezopen ...
"Trees ... hoeveel hebt g' er afgenomen?... Met trillende stem bekende ze
vijffrank verteerd te hebben ... Er moest meer zijn, meer ... zei Geerten
weer, hardnekkig ...
Dan, na kort bedenken, brusk: Van wanneer hebt ge 't geld in huis?...
Toen vertelde ze met kort-uitgestooten woorden, nog bangelijk ...
"Met nieuwjaarnacht, wanneer ge weg waart, heb ik gezocht, overal ... en
in de lollepot van moeder zaliger ... heb ik ... in een toegeknoopten
rooien zakdoek van vader ... 't geld gevonden ..."
"Goed, antwoordde Geerten kort ... stak de bankjes en 't zilver terug in
grijze staalzakje, dat hij in zijn binnentasch borg ... en nu Salut!..."
Met groote stappen beende hij naar de deur, wilde weggaan ...
Schuchter, met tranen in de stem en wrang-vertrokken gelaat van bittere
ontgoocheling, smeek-vraagde Trees ...
"Gaat ge nu alles op-doen, Geerten ...?"
"'t Gaat u niet aan, pruttige zatlap!" beet hij haar bruut terug.
"Laat ons de helft doen," riep ze nog met beef-stem, toen hij reeds in
de gang stond ... of geef me wat voor 't huishouden" ...
Geertens zware, vierkante, krachtige gestalte verscheen terug in de
deur ...
--"Om op te zuipen zeker ... Niks verdomsche teef!... en smoel toe,
of!..."
Met forschen armzwaai en ballende vuist, deed hij een dreiggebaar ... "of
'k zal u raken!..." Trees kromp in-een van schrik ...
De straatdeur viel klakkend achter Geerten toe ...
Het heele huisje daverde van den schok ...
* * * * *
Geerten sprak met niemand over zijn onverwacht geluk, zelfs voor Lowis
bleef hij gesloten en over zijn plan een moteurbootje te koopen, repte
hij geen woord. Trees zou heuren mond wel houden, want elken dag
herhaalde hij als een bruut-kort bevel ... "Smoel toe, of ..."
Weer verscheen hij 's morgens heel vroeg reeds op de kaai, trachtte
zooveel klanten mogelijk te bedienen, was voorkomend en
minzaam-beleefd ... bezield met den vasten wil meer centen te verdienen,
hopend zich stil-aan een vaste klandizie te verwerven ... Met de andere
roeiers hield hij zich nu minder op. Sedert de nederlaag in de
worsteling met venijnigen Charel, was zijn populariteit afgesleten.
Tusschen Franske en hem kwam het stil-aan tot een breuk vooral na de
poets, die hij den jongen met Nieuwjaarnacht bij Lowis gespeeld had. De
veete tegen de motorbootjes verscherpte en nu ging er bijna geen dag
voorbij of er werd eenige schade
|