FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   >>  
erige schoonheid van rosse Lowis nu geeindigd was met zijne neerlaag ... Een oogenblik kwam de gedachte in hem op zich met Fientje te wreken, doch ze zijlings beglurend in het smart-verwrongen gelaat, vond hij ze te miezer en niet begeerlijk genoeg. Thans, na de opwinding van den dag, werd hij intens bewust hoezeer die vrouw hem diep in 't bloed zat. Toen de kille morgen naakte en de wandelaars schaarsch werden, liet Fientje Geerten alleen ... "Ik ga naar huis zei ze, misschien is Frans daar, maar 'k denk het niet ... 't zal wel "af" zijn tusschen ons ..." Treurig, sukkelde Geerten door verlaten straten van eenzaamheid. De fijne regen druilde aanhoudend neer, deed spiegelglimmen de steenen ... Zijn mombakkes hing af, losjes zwierend aan het bindsnoer ... Aan de werf slenterde hij van kroeg tot kroeg, verstompend zijn denken door borrel na borrel, tot het schuimspeeksel de lippen vieselijk bekroesde ... Van 't gaanpad zwijmelend, gleed hij uit en viel, langsheen in 't slijk; werd door een nachtwaker opgeholpen ... Voort strompelde hij weer, nu eens schuivend langs vuil-vochtige gevels, dan weer knieenknikkend zwalkend naar 't straatmidden toe ... Er begon beweging te geruchten in de loom-ontwakende stad ... De eerste tram snorde voorbij, werklieden, nog slaperig, togen naar hun arbeid, bespottend den smerigen maskeraad met de loddelijk-bengelende doodskop-mom ... Straat-in straat-uit sjokkerde hij, in de triestige klaarte van den smokkeligen regenmorgen. Het stadsleven ging alweer zijn gewonen gang. Onbewust was Geerten in 't buurtje gekomen, waar Lowis woonde ... Langsheen de huizen scherend, door al de buren nageoogd, en van de joelende straatjeugd gevolgd, geraakte hij voor de deur van 't kabberdoesken ... Met groote moeite trad hij de stoep op ... stootte de deur open ... de bel relde ... Zwijmelend, van zich-af spuwend, met verdwaasde oogen stond hij midden den reeds opgefrischten vloer der gelagkamer. Daar verscheen Lowis, in haar nachtjak, ver-open op blooten blanken boezem en Franske in hemdsmouwen. Nog voor Geert den tijd had een woord te bazelen had Fransken hem omvangen, en Lowis de deur wijd-opengegooid. Met een flukschen duw en een trap van de bazin, vloog Geert de deur uit, tuimelde zwaar op de slijkerige steenen. Ontnuchterd richtte hij zich op, en aangehitst door de talrijke kijkers, wilde hij de deur instampen, gelukte erin ze te ontsluiten, doch werd door Franske terug gedrongen en met een
PREV.   NEXT  
|<   41   42   43   44   45   46   47   48   49   50   51   52   53   54   55   56   57   58   59   60   >>  



Top keywords:

Geerten

 

Franske

 

steenen

 
Fientje
 
borrel
 

geraakte

 
huizen
 

gevolgd

 

straatjeugd

 

Onbewust


Langsheen
 

buurtje

 

nageoogd

 

gekomen

 

scherend

 
joelende
 

woonde

 

sjokkerde

 

arbeid

 
bespottend

maskeraad

 
smerigen
 

slaperig

 

eerste

 

snorde

 

werklieden

 

voorbij

 
loddelijk
 

bengelende

 

regenmorgen


smokkeligen

 

stadsleven

 

alweer

 

klaarte

 

triestige

 

doodskop

 

Straat

 

straat

 

kabberdoesken

 

gewonen


tuimelde

 

flukschen

 

opengegooid

 

bazelen

 

Fransken

 

omvangen

 
slijkerige
 

gelukte

 

ontsluiten

 

gedrongen