FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105  
106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   >>   >|  
ik voedde omtrent hetgeen nog volgen moest, zouden mij daartoe buiten staat hebben gesteld. De jonge Juffer bleef intusschen weg, en ik moet tot mijn schaamte bekennen, dat mij dit eenige ongerustheid begon te baren: vooral in aanmerking der omstandigheid, dat zij den grendel op de deur geschoven had, en dat ik mij dus in het kamertje opgesloten en gevangen bevond. "Wie weet," dacht ik nu, "of die Heer Bos, of zooals hij heeten mag, niet eenig voornemen omtrent mijn persoon koestert? Het is duidelijk, dat hij onbekend wil zijn: zou hij ook de verspieder zijn van deze of gene vreemde mogendheid, en geheime plannen vormen, verderfelijk voor het Gemeenebest? Ik ben lang uitlandig geweest en dus niet op de hoogte, om goed met onzen politieken toestand bekend te zijn. Er is misschien een omwenteling, een oorlog ophanden. Deze man kan een avonturier zijn, een hoofd van kwalijkgezinden, die mij gevangen wil houden, uit vreeze dat ik zijn aanwezigheid alhier aan mijn vader verklikken zal." Ik bleef bij dit laatste vermoeden staan, hetwelk mij, alles overdacht hebbende, het aannemelijkste voorkwam, en hield mij intusschen bezig met het opnemen van het kamertje, dat ik nu oordeelde mij ten kerker te verstrekken. Dit onderzoek was spoedig volbracht. De meubelen bestonden uit een vermolmd, wormstekig noteboomhouten kabinet, op gedraaide pooten, hetwelk naast de deur stond en met drie porseleinen vazen pronkte, in eene van welke een ruiker van verlepte goudsbloemen geplaatst was. Daartegenover bevond zich de kleine, met gewast taf bedekte tafel, aangeschoven tegen het venster, dat in lood was gezet en met drie ijzeren bouten voorzien, welke alle gedachte op ontkoming van die zijde verijdelden. Bij de tafel stonden drie gemeene houten stoelen: de beide vakken rechts en links waren betimmerd met dubbele deuren, die vermoedelijk bedsteden verborgen. De avond begon te vallen, en ik ongeduldig te worden: juist wilde ik beproeven of ik de deur niet kon openen en onder het een of ander voorwendsel naar beneden gaan, toen ik een bedaarden stap op de trappen hoorde. De grendel week en de dochter mijne gastheers stond voor mij, met een glas water in de hand. "Mijn vader heeft mij alles verhaald," zeide zij, met een eenigszins ontstelde stem; "wij ook zijn u dank verschuldigd: ik heb gedacht, dat gij wellicht zoudt verlangen, iets te drinken ... en ik geloof, niet ten onrechte: maar ga toch zitten: gij beeft er, dunkt mij, nog van."
PREV.   NEXT  
|<   81   82   83   84   85   86   87   88   89   90   91   92   93   94   95   96   97   98   99   100   101   102   103   104   105  
106   107   108   109   110   111   112   113   114   115   116   117   118   119   120   121   122   123   124   125   126   127   128   129   130   >>   >|  



Top keywords:

gevangen

 
bevond
 

kamertje

 

hetwelk

 

grendel

 

omtrent

 

intusschen

 

gedachte

 

voorzien

 

bouten


ijzeren

 

ontkoming

 

onrechte

 

verijdelden

 

stoelen

 

vakken

 

rechts

 

geloof

 

houten

 

venster


stonden

 

gemeene

 

bedekte

 

pronkte

 

ruiker

 

porseleinen

 

gedraaide

 

pooten

 

verlepte

 

goudsbloemen


aangeschoven

 

zitten

 
gewast
 
geplaatst
 

Daartegenover

 

kleine

 

deuren

 

dochter

 

gedacht

 

gastheers


hoorde

 

bedaarden

 

trappen

 

verschuldigd

 

verhaald

 

ontstelde

 

eenigszins

 

wellicht

 

vallen

 
verlangen