diensten mededeling gedaan van het
protest, maar de Gereformeerden hoorden er die zondag in hun kerkdiensten niets
over, al was het protest ook namens hen ingediend.
<47>
Prof. Kuyper maakte de zaak nog erger door zijn poging een en ander uit te leggen
in het weekblad de Heraut. De Duits-gezinde, Gereformeerde dr. H.W. van der Vaart
Smit maakte daar direct gebruik van om "het Gereformeerde standpunt" tegen het
Hervormde uit te spelen.
Geen wonder, dat een en ander leidde tot scherpe kritiek op prof. Kuyper. Ongeveer
twintig raden van (plaatselijke) Gereformeerde Kerken verzochten schriftelijk
om opheldering, of protesteerden tegen het feit dat in de Gereformeerde Kerken
niet publiekelijk mededeling van het request was gedaan. Daarop liet prof. Kuyper
weten, dat zijn hardhorendheid het hem steeds bezwaarlijker maakte, de besprekingen
in het Convent van Kerken te volgen en dat hij daarom zijn mede-deputaat,
mr. J. Donner, verzocht had zijn plaats in het Convent in te nemen.
Later zou de geschiedschrijver van de Gereformeerde Kerken, Th. Delleman,
schrijven: "Helaas nam prof. Kuyper, toen het op wezenlijk verzet aankwam, een
zodanig standpunt in dat hij het vertrouwen der kerken verloor. Hij zag de Duitsers
vrijwel alleen als Duitsers, voor wie hij altijd veel gevoeld had, meer dan voor
de Engelsen, die eens de Boeren overweldigden. Hij miskende de dodelijke ernst
waarmee de Duitsers het nationaal-socialisme begonnen in te voeren en schreef
artikelen in de Heraut die de Duitsers in het gevlei kwamen."
Ook in de Evangelisch-Lutherse Kerk (rond 80.000 leden) kwam kritiek op het
niet-meedoen met het protest. Het bleek nodig, een bijzondere synode bijeen te
roepen. L. de Jong vermeldt:
"Daar kreeg de synodale commissie (het kerkbestuur) nog juist een meerderheid
voor haar besluit, de brief aan de Reichskommissar niet mede te ondertekenen.
Het was een Pyrrhus-overwinning, want toen de uitslag van die stemming bekend
werd bij de gemeenten, rees er zulk een storm van protesten dat de synodale
commissie het geraden achtte, afgevaardigden van alle kerkenraden in vergadering
bijeen te roepen. Hier bleek duidelijk dat men wenste, dat de Evangelisch-Lutherse
Kerk voortaan met de overige protestantse kerkgenootschappen een lijn zou trekken."
[2.13]
De kranten mochten de indiening van het protest en de afkondiging ervan vanaf
de kansels niet publiceren. Dit verbod werd evenwel overtreden door het
antisemitische blad De Misthoorn
|