evolking ten deel valt, - in de groeiende rechtsonzekerheid, - in
de voortgaande aantasting van vrijheden welke de noodwendige voorwaarden zijn
voor de vervulling van Christenplichten, even zovele duidelijke symptomen te
zien van een toestand, die niet alleen een klem legt op het geweten van onze
landgenoten, maar ook naar de diepste overtuiging der Kerken indruist tegen
de eis van Gods Woord.
Het is om die reden dat de Kerken zich genoopt gevoelen zich tot Uw College te
wenden, met de dringende bede zoveel in Uw vermogen ligt te bevorderen, dat
recht, waarheid en barmhartigheid ook in het huidige tijdsbestel de richtsnoeren
zullen zijn voor het beleid der Overheid.
Harerzijds erkennen de Kerken gaarne in ootmoed haar dure roeping het volksleven
zodanig te bearbeiden en te beinvloeden, dat daarin die geestelijke waarden
metterdaad worden beleefd.
<54>
Wij vertrouwen, dat Gij de stem der Kerken, zoals zij in dit adres tot uiting is
gebracht op de wijze die U daartoe dienstig zal voorkomen, mede zult willen doen
doorklinken tot hen, die tijdens de huidige bezettingstoestand de uiteindelijke
verantwoordelijkheid dragen voor de gang van zaken in ons Vaderland.
Met volledig begrip voor de hoogst moeilijke taak waarvoor Uw College zich in
dit tijdsgewricht gesteld ziet smeken zij God, dat Hij U Zijn licht en bijstand
moge schenken.
De secretarissen-generaal hebben de brief niet beantwoord: zij beschouwden
zichzelf niet verantwoordelijk. Evenmin voldeden zij aan het verzoek om de
bezorgdheid der kerken over te brengen aan de bezettende macht.
De Hervormde Synode zond afschriften van de brief aan alle plaatselijke
kerkenraden, met de mededeling dat er geen bezwaar tegen was dat de gemeenten
op de hoogte gesteld werden van de gedane stap. Afkondiging of publicatie van
de brief was evenwel niet de bedoeling. Maar het nationaal-socialistische
Nationale Dagblad publiceerde de volledige tekst, met als commentaar: "Bij zoveel
volksvergif is de zwaarste straf te licht."
Ds. Gravemeyer stelde in het Convent voor, de brief of een samenvatting daarvan
van de kansels te laten voorlezen. Daar was men niet algemeen voor; wel was men
voor toezending aan de kerkenraden van alle kerken. Aan ds. Gravemeyer werd
verzocht, een boodschap tot de gemeenten voor te bereiden overeenkomstig de
strekking van de brief. Die boodschap zou dan in de kerkdiensten worden afgelezen.
Sinds december 1940 was prof. Slotemaker de Bruine vanwege zijn ziekte uit
|