al is de kring reeds terstond vry geleidelyk gesloten,
tenzy men groot onderscheid make tusschen de tirannie van 'n enkele,
van eenigen, of van velen. By anarchie werpt men zich in de armen van
'n persoonlykheid die zich byzonder heeft toegelegd op 't stichten van
orde, eener gezags-_specialiteit_ die al zeer spoedig _nolens volens_
--want niemand is tiran voor z'n genoegen--het voorbeeld volgt van den
despoot dien men wegjaagde.
Moet dit altyd zoo blyven? Wie weet! We trachten naar 't betere. Dit
_trachten_ is onze roeping, en juist daarom is het plicht de middelen
ter verbetering met oordeel te kiezen.
De proeven die sedert korten tyd op het vaste land van Europa, en in
Engeland sedert eeuwen, genomen werden, leverden gebrekkige rezultaten
op. Aannemende dat elk Volk het recht heeft over zichzelf te beschikken,
ryzen er ontelbare vragen, welker beantwoording zoo moeielyk is dat wy
door de erkenning van dat recht noch zeer weinig gevorderd zyn. Wat _is_
'n volk? Vormen de Skandinaviers een Volk? Hebben de Friezen recht op
zelfbeschikking als alleenstaande natie? Behooren Schotten en Ieren by
Engelschen? Walen by Vlamingers? Vragen van deze soort kunnen er honderden
gedaan worden.
Al konden zulke kwestien behoorlyk--d.i. met terzydestelling van
diplomatieke fiktien die by den dag veranderen--worden opgelost, dan
staan we voor nieuwe moeielykheden. Het is zeer gemakkelyk een natie
toeteroepen: gy zyt uw eigen meesteres, beschik, beveel! Wie moet
antwoorden op dezen eisch? Wie is gerechtigd tot gebruik-maken van 't
geschonken of veroverd voorrecht? Hoe _uit_ zich de wil van de
kollektieve menigte die men "Volk" noemt? Of, erger nog, _heeft_ zoo'n
Volk wel 'n wil? Een wil zeker niet, en dit komt met geen wil vrywel
overeen.
Daarna dwaalt men af op den kinderachtigen uitweg van 't stemmen-
tellen, en vervalt in 't zeer onwysgeerig aannemen van 'n
_veronderstelden_ Volkswil, dien men tegen beterweten aan _voorgeeft_
te kunnen opmaken uit stemmingen welker uitslag en beteekenis
beheerscht worden door 'n kiesreglement, dat in z'n geheel
willekeurige samenstelling geen andere logische oorzaak van bestaan
heeft, dan de zucht om zich met 'n Franschen slag aftehelpen van 'n
taak die men niet weet te vervullen.
De daaruit voortvloeiende zeer onnauwkeurige--ja, _per se_ valsche!
--manifestatie van den volkswil leidt tot nog onzuiverder rezultaten
dan reeds het geval wezen zou indien zekere _bepaalde zaak_ aan 't
oordeel
|