er?
Malluch aarzelde een oogenblik. Hij dacht aan het geschenk der schoone
vreemdelinge. Zou het mogelijk zijn dat de jonge man zijn verdriet wilde
gaan verzetten door een liefdesavontuur? Hij liet echter niets merken en
antwoordde: Dat Palmbosch ligt twee uur te paard van Daphne. Een vlugge
kameel brengt er u in een uur.
--Zoo. En die wedrennen, daar gij mij van verteldet, zijn die publiek?
en wanneer zullen zij plaats vinden?
Die vragen deden iets vermoeden en wekten Malluchs nieuwsgierigheid.
--O ja, antwoordde hij, zij zullen prachtig zijn. De prefect is rijk en
zeer aan geld gehecht. Een invloedrijk vriend aan 't hof te hebben is
echter wel een opoffering waard, en daarom maakt hij zooveel drukte voor
den consul Maxentius, die hier komt om de laatste toebereidselen te
treffen voor een veldtocht tegen de Parthen. De inwoners van Antiochie
weten uit ondervinding, dat die toebereidselen geld onder de menschen
brengen en hebben verlof gevraagd, om den prefect te helpen den grooten
man naar waarde te ontvangen. Een maand geleden zijn herauten naar de
vier windstreken uitgezonden, om de kampspelen en wedrennen aan te
kondigen. De naam van den prefect zou op zichzelf reeds voldoende
zekerheid geven voor de noodige afwisseling; maar wanneer Antiochie zich
bij hem aansluit, zijn alle eilanden en de zeesteden zeker van iets
buitengewoons, en kunnen wij op een uitgelezen publiek rekenen. De
uitgeloofde prijzen zijn vorstelijk.
--En de circus? Ik heb gehoord dat die lui die na den circus Maximus de
beste is.
--Die van Rome? Wel, de onze heeft plaats voor tweemaal honderdduizend
menschen, de uwe voor vijf-en-zeventigduizend meer. De uwe is van
marmer, de onze ook. Wat de inrichting betreft staan zij gelijk.
--Zijn de wetten dezelfde?
Malluch glimlachte. Als Antiochie beproeven wilde oorspronkelijk te
zijn, zou Rome niet de koningin wezen, die zij is, zoon van Arrius! De
wetten van den circus Maximus zijn oppermachtig, behalve op een punt:
daar mogen slechts vier wagens te gelijk afrijden, hier gaan ze alle te
zamen, onverschillig hoeveel.
--Dat is naar Grieksche manier, zeide Ben-Hur.
--Ja, Antiochie is meer Grieksch, dan Romeinsch.
--En mag men zijn eigen wagen kiezen?
--Ja, en de paarden ook. Daarin is ieder vrij.
--Nog iets, Malluch, wanneer zullen de wedrennen gehouden worden?
--Laat eens zien. Morgen ... neen, overmorgen, als ten minste, om op zijn
Romeinsch te spreken, de zeegoden hem goedgu
|