aio-Hae werden gesloten,
en te midden der diepste stilte keerden wij terug naar de sloep, die
ons naar boord moest brengen. Nog langen tijd bleef ik op het dek, en
liet mijne oogen dwalen over het kalme rustige landschap daar voor mij:
de baai, het strand, de valleien, de hooge bergen op den achtergrond,
alles overgoten met het zilveren licht der maan, statig drijvende aan
den diep blauwen hemel, nu en dan door een half doorschijnend wolkje
onderschept. De gansche natuur om mij heen ademde onverstoorbaren
vrede, heilige kalmte, alsof er op aarde nimmer strijd ware geweest....
De commercieele of politieke beteekenis van dezen archipel is, althans
op dit oogenblik, niet van veel gewicht. In den eersten tijd onzer
vestiging op de Markiezen-eilanden, stonden de beide groepen van
het zuidoosten en het noordwesten ieder onder haar eigen kommandant;
te Vaitahoe en te Taio-Hae waren door de soldaten van het garnizoen
niet onbelangrijke werken van openbaar nut aangevangen. De archipel,
door de wet van 8 Juni 1850 tot verbanningsoord voor politieke
veroordeelden aangewezen, is te klein en te weinig vruchtbaar om
ooit een belangrijk maritiem of koloniaal station te kunnen worden;
ook de geographische ligging is daarvoor niet gunstig. De handel, die
er nog gedreven wordt, is beperkt tot Taio-Hae, waar eenige engelsche
en amerikaansche kooplieden kleine handelshuizen gesticht hebben.
De bevolking van Taio-Hae is niet talrijk; de aanraking met de
Europeanen en de invloed der zendelingen hebben de inwoners voor een
groot deel van hunne voorvaderlijke gewoonten vervreemd. Vroeger
was de bevolking waarschijnlijk veel talrijker, zooals blijkt uit
de bouwvallen van woningen, die in thans geheel onbewoonde valleien
worden aangetroffen.
De totale bevolking van den archipel wordt bij benadering op
twaalfduizend zielen geschat. Het eiland Hiwa-Oa is het meest
bevolkt: het telt zesduizend inwoners. Daarop volgt Noekoe-Hiwa, met
tweeduizend-zevenhonderd; dan Oea-Poe, met duizend-tweehonderd-twintig;
Fatoe-Hiwa, met duizend; Tauata, met zeshonderd-dertig, en Oea-Oeka,
met vierhonderd-vijftig inwoners.
De groote hongersnood, die voor ruim eene halve eeuw de Markiezen
en de andere eilanden in den Stillen-oceaan teisterde en allerlei
ziekten in het leven riep, heeft ongetwijfeld sterk bijgedragen
tot de vermindering der bevolking. Nog leven er grijsaards, die de
herinnering aan deze vreeselijke dagen, waarin men, door den uitersten
nood ge
|