kinderen
over het door de zee overspoelde strand naar den drogen oever.
Wij volgen denzelfden weg van straks. Het weder is verrukkelijk; de
maan werpt haar licht door de groote boomen, die den weg overschaduwen;
haar zilveren stralen doen de bevallige bladerkronen der kokospalmen
schitteren, en werpen breede schaduwen in het bosch. Voor de verlichte
winkels van het dorp staan een aantal inboorlingen, mannen en vrouwen,
te kijken. In de vallei schittert hier en daar een licht; bij onze
nadering beginnen de honden woedend te blaffen.
De woning van Paumea is ruim en goed ingericht; de voorzijde is geheel
open; het dak rust op palen. Tegen den achterwand heeft men, met een
tusschenruimte van omstreeks een el twintig duim, twee boomstammen op
den grond gelegd; de ruimte daartusschen is met matten bedekt. Dit
is het bed, waar men zeer gemakkelijk slaapt, het hoofd rustende op
den eenen stam en de voeten op den anderen.
Er zijn veel gasten bijeen; de mutoi, inlandsche commissaris
van policie, van Taio-Hae, een bloedverwant van Paumea, komt
ons plechtstatig begroeten, blijkbaar zeer trotsch op zijn
korporaalstrepen. In een oogwenk hebben onze gidsen zich ontdaan van
hunne zoogenaamde europeesche kleeding; zij zijn nu enkel bekleed
met de pareu, een lap, die om de lendenen gewonden wordt en als een
vrouwenrok tot over de knieen afhangt. Al die mannen munten uit
door prachtigen lichaamsbouw: zij zouden zonder uitzondering een
beeldhouwer tot model kunnen dienen. Nu zij zich van hunne kleeding
ontdaan hebben, maak ik van de gelegenheid gebruik om het tatoueersel,
waarmede hunne lichamen bedekt zijn, van nabij te bezien. Sommigen
zijn zoo geheel overdekt met cirkels, lijnen, figuren, dat men bijna
zou wanen dat zij eene wapenrusting dragen. Vroeger was het tatoueeren
veel eenvoudiger dan thans, en bestond, vooral in het gelaat, slechts
uit rechte lijnen, die elkander ruitvormig kruisten; tegenwoordig
zijn daar allerlei figuren, zooals breede horizontale strepen,
voor in de plaats gekomen. De vrouwen zijn over het algemeen weinig
getatoueerd, enkelen zelfs in het geheel niet. De meesten vertoonen
aan de lippen enkele kleine, rechtopstaande lijnen, hetgeen niet
onbevallig staat. Sommige Kanaks oefenen het tatoueeren als bedrijf
uit. De operatie geschiedt met een soort van uitgetande schaar van
vischgraat, die aan een stokje bevestigd is, en waarop met een houten
hamertje geslagen wordt. De scherpe punten van het instrument w
|