sprake zijn. Niet
alleen, omdat voor dialect geen belangstelling bestond, maar ook omdat
dialect voor ruw en lomp doorging, zoodat de vertellingen in dezen vorm
bij het meerendeel der lezers, die zij dan nog zouden vinden, aanstoot
zouden geven. En toch waren de uitgevers zich bewust, dat juist in de
bijzondere wijze van uitdrukking de poezie dezer vertellingen gelegen
was. Zij hebben toen een tusschenweg gezocht. De stukken werden
uitgegeven in de officieele taal, het Deensch-Noorsch, maar in stijl en
uitdrukking werd alles behouden, wat in die taal er maar even door kon,
zonder al te veel als een vreemd element gevoeld te worden. Dit is hun
zoo goed gelukt, dat hun boeken een populariteit verworven hebben, die
tot heden toe nog niet verminderd is. Daar deze boeken door iedereen
gelezen worden, hebben zij ook een zeer grooten invloed gehad op de
ontwikkeling der Noorweegsche litteraire taal. De vernoorsching van het
Deensch-Noorsch, waartoe Wergeland een aanloop genomen had, neemt van
deze boeken haar uitgangspunt. En deze beteekenis voor de taal hebben de
latere uitgaven behouden. Naarmate het lezend publiek onder den invloed
van een voortgaande ontwikkeling in de taal zich wende aan een meer
Noorsch getinten stijl, is ook de uitdrukking in de vertellingen telkens
nader gebracht bij de mondelinge overlevering, en hierdoor hebben die
boeken, in plaats van achteraankomers te worden, hun rang van
voorgangers behouden. Dit is een der verdiensten geweest van Moltke Moe,
den zoon van Jorgen, die op den door zijn vader ingeslagen weg is
voortgegaan.
De _Norske Folkeeventyr_ (Noorweegsche Volkssprookjes), die in 1841
verschenen[6], behooren tot het beste, wat men in de Noorweegsche
letterkunde lezen kan. De stof is, zooals men verwachten kan,
grootendeels internationaal, maar tegelijk is de wijze van vertellen zoo
eigenaardig, dat men hier een beter beeld van het volksleven krijgt dan
in de beste schildering van een dichter, die zijn eigen opvatting
meedeelt. Het is het volk, dat zich zelf schildert in dat, wat het
bewondert of soms ook verfoeit. Maar meer dan dat. De stijl heeft een
geheel eigen karakter en is veel kernachtiger, dan men anders in anonyme
litteratuur aantreft. De dialoog doet ons verstaan, dat Noorwegen groote
dramatische dichters heeft voortgebracht. Van zijn frischheid heeft het
werk tot op dezen dag niets verloren.
Een eenigszins ander karakter dan de _Folkeeventyr_ dragen twee andere
verzamelingen va
|