aagdenrij, die tot
rechtspraak gekozen was en bij de stroomen gezworen had, ter berechting
had nedergezet in een kreits van uit den levenden steen gehouwen zetels,
ving eene der Pierieden aan en zong de nederlaag der goden voor de macht
der Giganten. Calliope zong haar tegen; het haar met klimop omwonden,
rijst zij op, drukt met het plectrum de klankrijke snaren der citer en
bezingt de macht, den lof der goden. Het eenparig oordeel stemde haar
overwinnaar. Maar de negen Macedonische maagden hielden eene scherpe
anticritiek, wat in die dagen niet paste, en zij werden tot straf
daarvoor in snaterende eksters herschapen.
Gij begint te begrijpen, waar de schoen wrong: de Muzen waren nu eenmaal
de erkende vertegenwoordigers der kunst en hadden daarvan, als officieel
lichaam, het monopolie; het kwam dus volstrekt niet te pas, dat een
ander zich ook op kunst liet voorstaan, en haar op zijne wijze
uitoefende. Wie had gedacht, toen wij ons op den Helicon waagden, dat
wij daar al den strijd tusschen de vrije en de academische kunst zouden
ontmoeten?
Wij zullen nog meer nieuws vinden; luister maar.
Dit hadden de schoone Muzen aan Pallas geklaagd en deze was er door
ontvlamd.
Ja, dacht zij, de president der academie, daar woont in Macedonie de
trotsche Arachne, die met hare kunst de onze, de eenige erkende naar de
kroon wil steken. Ook zij moet gestraft worden, evenals de dochters van
Pierus.
Daar stapt eene oude vrouw naar de Lydische maagd, die er de godin niet
in vermoedt, maar die ook met de daarna geopenbaarde Pallas niet
schroomt den wedstrijd aan te vangen. Beiden weven en stikken de
schoonste tafereelen.
Pallas Athene schept er het geding tusschen haar en Poseidoon over de
schutsheerschappij van Attica--zij schildert de rechtende goden, het ros
op den slag van Poseidoons geweldigen drietand uit den grond
ontsprongen, maar ook den olijf door haar, de maagdlijke godin, uit de
steenrots der Acropolis te voorschijn gebracht en de overwinning haar
daarvoor toegekend;--mythe van een beschaafd volk, het land veroverend
en de heerschappij der zee innemend, van de overwinning der beschaving
op de physieke kracht, zooals wij die ook terugvinden in de beeldgroepen
aan den westgevel van het Pantheon. Athene weeft er voorts tot
waarschuwing vier voorvallen bij, waarin de aanmatiging der menschen
tegen de goden gestraft werd.
Maar Arachne weefde heel wat anders. Zich ontslaande van ideaal en
traditie, vertoonde zij er ee
|