noodigd) verschenen een oude nicht van Alexei Alexandrowitsch,
de departementspresident met zijn vrouw en een jong mensch, die als
candidaat voor een opengevallen betrekking was aanbevolen.
Met klokslag vijf trad Alexei Alexandrowitsch de eetzaal binnen,
met witten das, zwarten rok en twee orderteekens op de borst; hij
moest terstond na het diner weer weg, want elke minuut van zijn
leven was bepaald en in beslag genomen. Om allen te voldoen, moest
hij de grootste stiptheid in acht nemen. Zijn leus was: "Zonder
haast, zonder rust." Hij trad alzoo de zaal binnen, groette allen,
nam dadelijk plaats, terwijl hij zijn vrouw toeknikte.
"Zie zoo, nu is mijn eenzaam leven weer voorbij. Gij kunt niet
gelooven, hoe ongezellig het is alleen te eten."
Onder het diner besprak hij Moskousche aangelegenheden en informeerde
met een ironisch lachje naar Stipan Arkadiewitsch; verder liep
het gesprek over ambtelijke en maatschappelijke zaken. Na het diner
bleef hij nog een half uur met zijn gasten saam, en daarop zijn vrouw
weer glimlachend de hand drukkend, stond hij op en ging heen om de
vergadering van den rijksraad bij te wonen.
Anna bleef heden, tegen haar vroegere gewoonte, te huis, had eene
conferentie met haar modemaakster en ging toen naar de kinderkamer,
waar zij den geheelen avond met haar zoontje doorbracht, legde hem zelf
te bed, bekruiste hem en dekte hem toe. Zij verheugde zich, niet te
zijn uitgegaan en den avond zoo goed doorgebracht te hebben. Het was
haar zoo licht om het hart, zij was zoo wel te moede en zij zag zoo
helder in, dat al wat haar onderweg zoo gewichtig was toegeschenen,
niets meer was dan een der gewone nietige toevalligheden des levens
en zij zich daarover noch voor zichzelf noch voor anderen behoefde
te schamen. Zij zette zich met een Engelschen roman voor den haard
neer en wachtte haar echtgenoot af. Precies om half tien ging de
schel over en een oogenblik daarna kwam hij de kamer binnen.
"Zijt gij daar eindelijk?" vroeg zij en stak hem de hand toe.
Hij kuste die en zette zich naast haar.
"Ik zie, dat je reis van goed gevolg geweest is."
"Ja, zeker," antwoordde zij en verhaalde hem alles van het begin af:
haar reis met gravin Wronsky, haar aankomst te Moskou, het ongeluk
bij het station en dan van haar verrichting in de treurige zaak haars
broeders met Dolly.
"Ik kan zulk een mensch niet verontschuldigen, al is hij ook je
broeder," zeide Alexandrowitsch gestreng.
Anna glimlachte. Z
|