igen eisch der kerk, behoefte heeft aan ... 'n markeur, wiens
_konventioneel_ gezag den vrede onder de spelers bewaart? De
protestantsche wyzigheden op dit punt, komen vry bespottelyk voor in
lieden die eerbied hebben voor allerlei apokriefe dokumenten, voor de
wartaal van dezen of genen profeet of apostel, en die zich deemoedig
buigen onder de uitspraken van CALVINUS, van LUTHER, van den
_Heidelberger_, van de _Dorische Synode_. "_Wy_ niet roepen hier de
modernen, _wy_ erkennen slechts als waarheid wat wyzelf onderzochten
en inderdaad voor waar erkennen." Deze betuiging zou 'n gelukwensch
waard zyn, wanneer ze in-allen-opzichte met de werkelykheid
overeenkwam, en als ze niet geuit werd door mensen die toch in 't
maatschappelijk leven telkens zeer katholiekelyk hun meening
onderwerpen aan de opinie van deze of gene specialiteit, zonder nog
daarby zich te kunnen beroepen op traditie, op pieteit, op behoefte
aan eenheid en tucht, of wat dies meer zy.
De eerste modellen van opgedrongen bevoegdheid waarmee wy in 't leven
te doen krygen, zyn natuurlyk de ouders. Zy zyn 't die de
kinderboekjes koopen en de onderwyzers kiezen, en worden waarschynlyk
daarom in sommige opvoedkundige werken zoo walgelyk gevleid. De lezer
staat verbaasd over al de wysheid en al de deugd van Vader en Moeder,
die 'n kind volgens die werkjes in z'n binnenkamer te aanschouwen
krygt, en behoorde verwonderd te zyn daarvan zoo weinig waartenemen in
de maatschappy. Papa en Mama stelen niet, vloeken niet, liegen niet,
twisten niet, lasteren niet en gooien geen glazen in. Of ze de
specialiteit van onmenselyke bravigheid zoo ver dryven dat ze niet
eten en drinken ook, is me nooit gebleken, maar me dunkt het hoort er
zoo by. En ... de kunde! Papa weet alles. Hy is de "bevoegde" persoon
om alle geheimenissen optelossen, alle duisterheden te verklaren.
Niets weet-i niet, precies 'n rechter! Maar, lieve mensen, ziet eens
om u heen, en let eens op al de vaders die in hun binnenkamer benoemd
werden tot specialiteiten in volkomenheid! Het kind--dat _niet_ om
zich heen ziet, en dit dan ook nog niet kan--schikt zich, en vervalt
van de eene specialiteit in de ander. Want weldra neemt de onderwyzer
z'n niet zeer bescheiden plaats op den troon der volmaaktheid in.
Daarop volgt de dominee, de "bevoegde" persoon alweer om te vertellen
wie, wat en hoe God is. Hy weet dit precies, want ... hy is
_specialiteit_ in onbegrypelyke dingen. 't Is z'n "vak."
Aldus voorbereid o
|