dden de heeren Stuart, Fallentin, Sullivan,
Flanagan en Ralph, na het met elkander eens te zijn geworden.
"Goed," zeide Fogg. "De trein naar Dover vertrekt om kwart voor
negenen. Daar zal ik mede op reis gaan."
"Van avond nog?" vroeg Stuart.
"Dezen avond," antwoordde Fogg.
"Alzoo," ging hij voort, een zak-almanak raadplegende, "het is heden
woensdag, 2 October, ik moet in Londen terug zijn, in deze zaal zelve
van de Reform club, op zaterdag 21 December, kwart voor negenen, en zoo
ik er niet ben, zullen de twintig duizend pond bij de gebroeders Baring
gedeponeerd u rechtmatig toebehooren. Ziedaar een wissel voor die som."
Er werd een proces-verbaal van de weddenschap opgemaakt en terstond
door de zes belanghebbenden geteekend. Phileas Fogg was onder dit
alles zeer kalm gebleven. Hij had zeker niet gewed om te winnen,
en had slechts zijn twintig duizend pond--de helft van zijn
vermogen--verbonden, omdat hij voorzag dat hij het andere gedeelte
zou moeten uitgeven, ten einde dit moeielijke, om niet te zeggen
onuitvoerbare, plan te volbrengen. Wat zijne tegenpartij betreft,
deze was meer onder den indruk, niet zoozeer om de waarde van den
inzet, dan wel omdat zij er eenig bezwaar in maakte om te wedden
tegen hetgeen toch onmogelijk kon bereikt worden.
Het sloeg zeven uur. Men stelde Fogg voor om dezen robber te staken,
opdat hij zijn toebereidselen voor de reis zou kunnen maken.
"Ik ben altijd klaar," antwoordde de kalme gentleman, en gaf de
kaarten. "Ruiten troef," zeide hij. "U zit voor, mijnheer Stuart."
VIERDE HOOFDSTUK.
Waarin Phileas Fogg zijn knecht Passepartout in de hoogste mate
verbaast.
Ten zeven uur vijf en twintig minuten nam Phileas Fogg, na twintig
guineas met het whisten gewonnen te hebben, afscheid van zijn collega's
en verliet de Reform-club. Tien minuten voor achten was hij in zijne
woning terug.
Passepartout, die zijne bezigheden zeer goed kende, stond verbaasd
toen hij mijnheer Fogg zich schuldig zag maken aan onnauwkeurigheid,
en op dit ongewone uur thuis zag komen.
Volgens zijne gewoonte moest de bewoner van Saville Row eerst ten
twaalf uur te huis komen.
Phileas Fogg was terstond naar zijn kamer gegaan en riep: Passepartout!
Passepartout gaf geen antwoord. Dat roepen kon hem niet gelden. Het
was nog geen tijd.
"Passepartout," riep Fogg, nogmaals zonder eenige stemverheffing.
Passepartout kwam boven
"Ik heb u tweemaal geroepen," zeide Fogg.
"Maar het is nog
|