e Maatschappij staat aan elke mailboot
een tijdsverloop van honderd dertig uren toe om dit traject af te
leggen. De Mongolia, wier vuur zeer goed onderhouden werd, stoomde
altijd met die snelheid om binnen de vastgestelde uren aan te komen.
Bijna alle passagiers waren te Brindisi ingescheept en gingen naar
Indie. Sommigen begaven zich naar Bombay, anderen naar Calcutta,
maar altijd over Bombay, want sedert een spoorweg de geheele breedte
van het indische schiereiland doorsnijdt, is het niet meer noodig de
zuidelijke punt Ceylon om te varen.
Onder de reizigers der Mongolia waren verschillende burgerlijke
ambtenaren en officieren van allerlei rang. Van dezen behoorden
er eenigen tot het eigenlijk gezegde engelsche leger; anderen
commandeerden de inlandsche troepen, bestaande uit cipayers. Allen
waren hoog bezoldigd, zelfs nu het Gouvernement de rechten en lasten
van de voormalige Indische Compagnie heeft overgenomen. Tweede
luitenants hadden f 3,500, brigade-generaals f 30,000, generaals f
50,000. De traktementen der burgerlijke ambtenaren zijn nog hooger. De
minste ambtenaren hebben f 6,000;--rechters f 30,000, presidenten van
gerechtshoven f 125,000, gouverneurs f 150,000, de gouverneur-generaal
f 300,000.
Men leefde dus zeer goed aan boord der Mongolia in dezen kring
van ambtenaren, waarbij zich nog eenige jonge Engelschen voegden,
die een millioen te verteren hadden, en die in verre landen
hunne handelskantoren gingen vestigen. De "purser," de vertrouwde
persoon der Compagnie, gelijk in rang met den kapitein, deed alles
op groote schaal. Aan het ontbijt, aan den lunch, ten twee uur,
aan het middagmaal te half zes, het souper ten acht ure, bogen de
tafels bijna onder de schotels warm vleesch en verdere gerechten,
die door de slagers en den kok der mailboot geleverd werden. Onder
de vrouwelijke passagiers waren er eenige, die tweemaal daags haar
toilet veranderden. Men maakte muziek, men danste zelfs, als de zee het
veroorloofde. Maar de Roode Zee is grillig en dikwijls zeer onstuimig,
zooals alle lange, smalle zeeen. Als de wind, hetzij van den kant van
Azie kwam of van Afrika, slingerde de Mongolia, het lange stoomschip,
geducht, daar zij de zee dwars inkreeg. De dames verdwenen dan in
hare hutten, de piano werd niet bespeeld en natuurlijk eindigde
dan ook het zingen en dansen. En toch, ondanks al die rukwinden en
de deining, zette de mailboot, voortgedreven door haar ontzaglijk
groot stoomwerktuig, zonder ver
|