nam hare
bewonderenswaardige snelheid.
Maar men kon den verloren tijd niet meer inhalen. Men moest zich wel in
zijn lot schikken en eerst den 6den, des morgens ten 5 ure, kreeg men
land in het gezicht. In de reis van Phileas Fogg was de aankomst van
de boot op den 5den berekend en men had nu den 6den. Men was dus vier
en twintig uur ten achter en zou niet naar Yokohama kunnen vertrekken.
Ten zes ure kwam de loods aan boord van de Rangoon en nam plaats bij
het roer, ten einde het schip tusschen de ondiepten te sturen tot in
de haven van Hong-Kong.
Passepartout had ontzaglijk veel lust om bij dien man inlichtingen te
vragen, en van hem te vernemen of de mailboot van Yokohama Hong-Kong
verlaten had. Maar hij durfde niet, liever wilde hij nog tot het
laatste oogenblik de hoop behouden. Hij had van zijne ongerustheid
Fix deelgenoot gemaakt, maar de slimme vos had hem getroost met
het vooruitzicht, dat de heer Fogg dan de volgende boot maar nemen
moest. Dat antwoord had Passepartout bijna een beroerte bezorgd.
Doch zoo Passepartout zelf het al niet waagde om bij den loods
inlichting te vragen, de heer Fogg wendde zich tot dezen, na zijn
Bradshaw te hebben geraadpleegd, en vroeg wanneer er een boot van
Hong-Kong naar Yokohama vertrok.
"Morgen, zoodra het getij opkomt," antwoordde deze.
"Zoo," zeide Fogg, zonder eenige verwondering te doen blijken.
Passepartout, die daarbij tegenwoordig was, had den loods wel om
den hals willen vliegen. Fix daarentegen had hem wel den nek willen
omdraaien.
"Hoe heet de stoomboot?" vroeg Fogg.
"De Carnatic," antwoordde de loods.
"Moest die boot gisteren niet reeds vertrokken zijn?"
"Ja, mijnheer, maar een harer ketels moest hersteld worden, en daardoor
is haar vertrek tot morgen uitgesteld."
"Zeer verplicht," antwoordde Fogg, die met zijn automatischen gang
zich weder naar de kajuit van de Rangoon begaf.
Wat Passepartout aangaat, deze vatte de loods bij de hand en die
stevig drukkende, voegde hij hem toe:
"Loods, je bent een goeie kerel!"
De loods wist niet waaraan hij deze vriendschappelijke ontboezeming te
danken had. Na zijn fluitje te hebben doen hooren, begaf hij zich op
de brug en stuurde de mailboot tusschen de kleine vloot van prauwen,
tankassen, visschersvaartuigen en allerlei andere schepen, welke in
de haven van Hong-Kong lagen.
Ten een ure liet de Rangoon haar anker vallen, en ontscheepte zij
hare passagiers.
Het toeval, dit moet gezegd worden,
|