dslag van de
mormoonsche sekte was.
Het nieuws verspreidde zich oogenblikkelijk door den trein, die een
honderdtal reizigers bevatte. Van dat getal waren er dertig hoogstens
die, aangelokt door deze redevoering, ten elf ure de banken van
den waggon no. 117 innamen. Passepartout zat op de eerste bank der
geloovigen. Noch zijn meester, noch Fix wilden er zich eenige moeite
voor geven.
Op het bepaalde uur stond de "elder" William Hitch op en begon op
driftigen toon, alsof hij dadelijk werd tegengesproken.
"Ik zeg u," zeide of liever schreeuwde hij, "dat Joe Smith een
martelaar is, en dat zijn broeder Hiram ook een martelaar is, en
dat de vervolgingen door het Gouvernement van de Vereenigde Staten
ingesteld tegen de profeten, ook van Brigham Young een martelaar gaan
maken. Wie durft het tegendeel beweren?"
Niemand waagde het om den zendeling tegen te spreken, wiens
ontboezeming zeer in strijd was met zijn van nature rustig gelaat. Maar
zijn woede was zeker daardoor te verklaren, dat het mormonisme
tegenwoordig aan zulke zware beproevingen was blootgesteld. Het
Gouvernement der Vereenigde Staten toch kon niet dan zeer moeielijk
deze onafhankelijke dweepers tot onderwerping brengen; het had zich
meester gemaakt van Utah, en dit doen gehoorzamen aan de wetten der
Unie, na Brigham Young in hechtenis te hebben genomen als schuldig
aan rebellie en veelwijverij. Van dat oogenblik af verdubbelden de
volgelingen van den profeet hun ijver, en in afwachting dat zij tot
daden zouden overgaan, verzetten zij zich tegen de aanmatigingen van
het Congres.
Zooals men ziet, trachtte de "elder" William Hitch zelfs in den
spoortrein proselieten te maken. Hij vertelde met toenemende
geestdrift, welke uit de verheffing van zijne stem en zijne
gebaren bleek, de geschiedenis van het mormonisme sedert de gewijde
oudheid. Hoe in Israel een mormoonsch profeet uit den stam van Jozef de
jaarboeken van den nieuwen godsdienst gaf en hen aan zijn zoon Morum
naliet; hoe vele eeuwen later eene vertaling van dat kostbare boek
uitkwam in egyptische karakters, door Jozef Smith junior, een boer
in den Staat Vermont, die in 1825 als mystisch profeet opstond; hoe
eindelijk een gezant uit den hemel hem in een vurig bosch verschenen
was en hem de jaarboeken des Heeren ter hand had gesteld.
Op dit oogenblik verlieten eenige toehoorders, die niet veel belang
stelden in dit historisch overzicht, den waggon; maar William
Hitch ging voort met vertellen, ho
|