FREE BOOKS

Author's List




PREV.   NEXT  
|<   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169  
170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   >>  
gij wilt, mijnheer," antwoordde Fogg. "Maar zoo gij mij een dienst wilt bewijzen, blijf dan bij mevrouw Aouda voor het geval dat mij een ongeluk mocht overkomen." De inspecteur werd doodsbleek. Te scheiden van den man, dien hij stap voor stap met zooveel volharding gevolgd had. Hem in de woestijn te laten gaan! Fix sloeg den gentleman oplettend gade, en hoe het ook zij, ondanks zijn voorgevoel en ten spijt van den strijd, dien hij in zijn binnenste voerde, sloeg hij zijn oogen neder voor diens kalmen en open blik. "Ik zal blijven," zeide hij. Eenige oogenblikken later had Fogg Aouda's hand gedrukt en haar zijn kostbaren reiszak toevertrouwd, en vertrok hij met den sergeant en zijn weinige manschappen. Maar voor hij vertrok had hij tot de soldaten gezegd: "Vrienden, duizend pond voor u, zoo wij de gevangenen redden." Het was twaalf uur 's middags. Aouda had zich in een wachtkamer begeven en daar in de eenzaamheid dacht zij aan Phileas Fogg, aan zijn groote en eenvoudige edelmoedigheid en aan diens kalmen moed. Fogg had zijn fortuin opgeofferd, en nu zette hij zijn leven op het spel en dat alles zonder eenige aarzeling, uit plichtbesef en zonder er over te spreken. Phileas Fogg was in hare oogen een held. De inspecteur Fix dacht niet evenzoo en hij kon zijn gejaagdheid niet bedwingen. Hij liep koortsig op het perron heen en weer. Eenige oogenblikken later en hij was zich zelf weder meester. Toen Fogg vertrokken was, begreep hij de dwaasheid, die hij begaan had door dezen te laten vertrekken. Hoe die man, dien hij de geheele wereld door gevolgd was, had hij van zich laten scheiden. Zijne natuur kreeg weder de overhand; hij beschuldigde zich zelven, hij behandelde zich zelven alsof hij de directeur van politie in de hoofdstad ware, een agent bestraffende op heeterdaad betrapt van onhandigheid. "Ik ben zeer onhandig geweest," dacht hij. "De ander heeft hem gezegd wie ik was. Hij is heengegaan en zal niet wederkeeren. Waar hem nu weer te vinden? Maar hoe heb ik mij zoo kunnen laten verblinden; ik Fix, die in mijn zak het bevel tot zijne inhechtenisneming heb! Ik ben bepaald niets meer dan een stommerik." Zoo peinsde de inspecteur van politie, terwijl de uren maar al te langzaam naar zijn zin voorbij gingen. Hij wist niet wat hij doen zou. Soms had hij lust om alles aan Aouda te zeggen. Maar hij begreep hoe hij door de jonge vrouw ontvangen zou worden. Wat zou hij doen? Hij dacht er zelfs aan de groote vlak
PREV.   NEXT  
|<   145   146   147   148   149   150   151   152   153   154   155   156   157   158   159   160   161   162   163   164   165   166   167   168   169  
170   171   172   173   174   175   176   177   178   179   180   181   182   183   184   185   186   >>  



Top keywords:

inspecteur

 
zelven
 

oogenblikken

 

Eenige

 

kalmen

 

Phileas

 
gezegd
 
politie
 

groote

 
zonder

vertrok

 

scheiden

 

begreep

 

gevolgd

 

bestraffende

 

heeterdaad

 

meester

 

worden

 
hoofdstad
 

vertrokken


behandelde

 

betrapt

 

vertrekken

 

natuur

 
geheele
 

overhand

 
dwaasheid
 

wereld

 

beschuldigde

 
begaan

directeur

 

heengegaan

 

zeggen

 

terwijl

 

stommerik

 

peinsde

 
langzaam
 

voorbij

 

gingen

 

wederkeeren


geweest

 

onhandigheid

 

onhandig

 

vinden

 
inhechtenisneming
 
bepaald
 

kunnen

 

verblinden

 
ontvangen
 

eenvoudige