heden te kampen
hadden. Daarom heeft het gouvernement der Vereenigde Staten in dit
bergachtige gedeelte een subsidie moeten toestaan van acht en veertig
duizend dollars per mijl, terwijl het slechts zestien duizend dollars
voor den weg op de vlakte gaf: maar de ingenieurs hadden, zooals
reeds vermeld is, de natuur geen geweld aangedaan; zij hebben haar
verschalkt, de moeielijkheden vermeden, en om het meer te bereiken
hebben zij een langen tunnel van veertien duizend voet door den berg
geboord. Aan het Zoutmeer zelf heeft de lijn haar hoogste toppunt
bereikt. Van dit punt af beschrijft het profiel een zeer lange bocht,
die tot de vallei van Bitter-Creek daalt om dan te stijgen tot het
punt, waar de Atlantic- en de Pacific-baan aaneensluiten. De rivieren
waren talrijk in deze rotsachtige landstreek. Men moest over houten
bruggen de Muddy, de Green en andere stroomen passeeren.
Passepartout, die, naarmate hij zijn doel naderde, ongeduldig werd,
had wel gewild dat deze bezwaren achter den rug waren. Hij vreesde voor
een oponthoud; hij duchtte altijd eenig ongeluk en zijn ongeduld stak
zonderling af bij de kalmte van zijn meester. Ook Fix, zijnerzijds,
verlangde zeer dat men deze moeielijke streek achter den rug had. Hij
was bang voor vertraging en vreesde voor ongevallen; hij was nog
begeeriger dan Fogg zelf om den voet op engelschen bodem te zetten.
Ten tien ure kwam de trein te Fort-Bridge aan, dat hij terstond weder
verliet en twintig mijlen verder overschreed hij de grenzen van den
Staat Wyoming--het oude Dakota--de vallei van Bitter-Creek geheel
volgende, waarin een aantal rivieren uitmonden, die het hydrographische
stelsel van Colorado vormden.
Den anderen morgen, den 7den December, vertoefde men een kwartier
aan het station van Green-rivier. Het had den geheelen nacht zwaar
gesneeuwd, en de sneeuw, die vergezeld was van regen, was bijna
gesmolten. Zij kon dus aan den trein niet hinderen. Maar dit slechte
weder verontrustte nochtans Passepartout, daar de opeenhooping van
sneeuw voor de wielen de reis kon vertragen.
"Hoe komt mijn meester er ook toe om in den winter te gaan
reizen?" zeide hij. "Kon hij den zomer niet afwachten? dan zouden
zijne kansen beter zijn geweest!"
Maar op het oogenblik dat hij aan niets dacht dan aan den hemel en
het koude weder, was Aouda in doodelijken angst, die uit een geheel
andere bron voortsproot.
Er waren eenige reizigers uit de waggons gestapt, die nu op het perron
van h
|