Fix vertrokken was, hadden twee knechts
Passepartout, welke in een diepen slaap was gedompeld, opgenomen en
hem op de bank der rookers gelegd. Maar drie uur later werd hij,
die zelfs tot in zijn droomen door een idee fixe vervolgd werd,
wakker, en streed hij tegen de bedwelmende werking van het verdoovende
slaapmiddel. De gedachte van zijn plicht niet gedaan te hebben schudde
hem uit zijn gevoelloosheid.
Hij stond van de bank op en verliet al struikelend en stootend,
vallende en weer opstaande, maar altijd en onwederstaanbaar voortgeduwd
door een soort van instinct, de herberg, en riep als in een droom:
de Carnatic! de Carnatic!
De mailboot lag onder stoom en gereed om te vertrekken. Passepartout
behoefde slechts eenige stappen te doen. Hij spoedde zich over de
losse brug, sprong op het dek en viel roerloos op den voorsteven,
juist toen de Carnatic op het punt was te vertrekken.
Eenige matrozen, die gewend waren aan zulk soort van voorvallen,
hielpen den knecht in een hut der tweede klasse en Passepartout werd
niet voor den anderen morgen wakker op honderd vijftig mijlen afstands
van de chineesche kust.
Ziedaar dus hoe het kwam dat Passepartout zich dien morgen op de
Carnatic bevond en met volle teugen den frisschen zeewind kwam
inademen. Deze koele wind ontnuchterde hem weder. Hij verzamelde
zijne gedachten, doch niet dan met zeer veel moeite. Maar eindelijk
toch viel hem het gansche tooneel van den vorigen avond weder in,
en tevens de mededeelingen van Fix in de herberg.
"Het waarschijnlijkst is," dacht hij, "dat ik verschrikkelijk
dronken ben gemaakt. Wat zal mijnheer Fogg er wel van zeggen! Maar
in elk geval, ik ben de boot niet misgeloopen, en dat is toch het
voornaamste!"
Daarom dacht hij aan Fix:
"Ik hoop maar dat wij van dezen bevrijd zullen zijn, en dat hij,
na hetgeen hij mij heeft voorgesteld, niet op de Carnatic zal
durven komen. Een inspecteur van politie, een detective, die mijn
meester altijd op de hielen zit en hem van den diefstal aan de Bank
beschuldigt. Kom, kom. Mijnheer Fogg is een dief, zooals ik een
moordenaar ben!"
Moest Passepartout het voorgevallene aan zijn meester vertellen? Zou
het goed zijn dezen bekend te maken met de rol, welke Fix in deze zaak
speelde? Was het niet beter te wachten tot zij in Londen waren, om
hem dan mede te deelen dat een agent van politie uit de hoofdstad hem
de geheele wereld gevolgd had, en daarover dan met hem eens hartelijk
te lachen? Ja ongetw
|