overtuigd, dat al deze dwaasheden te Bombay wel een einde
zouden nemen.
Den dag van het vertrek van Suez, den 29en October, ontmoette hij
tot zijne blijdschap den gedienstigen heer, tot wien hij zich op den
afrikaanschen bodem gericht had.
"Als ik mij niet vergis, mijnheer," zeide hij, met zijn beminnelijksten
glimlach Fix aansprekende, "zijt gij dezelfde heer die zoo vriendelijk
waart mij te Suez te helpen."
"Inderdaad," antwoordde de detective, "ik herken u: gij zijt de
bediende van dien zonderlingen Engelschman."
"Juist...!"
"Ik heet Fix."
"Mijnheer Fix," zeide Passepartout. "Ik ben verheugd u hier aan boord
weer te vinden. Waar gaat gij naar toe?"
"Wel, evenals gij, naar Bombay."
"Des te beter. Hebt gij al meer die reis gemaakt?"
"Verscheidene malen," antwoordde Fix. "Ik ben agent van de
Peninsular-Company."
"Dus zijt gij in Indie bekend?"
"Wel zeker...." antwoordde Fix, die niet te ver wilde gaan.
"En daar is alles zeer merkwaardig?"
"Zeer merkwaardig. Moskeen, minaretten, tempels, fakirs, afgodsbeelden,
tijgers, slangen, bayaderes! Maar het is te hopen dat gij daar lang
genoeg blijft om het land te zien."
"Ik hoop het, mijnheer Fix. Gij begrijpt dat het toch niet te vergen
is van een man met gezond verstand om zijn leven te slijten met over
te springen van een boot in een spoortrein en van een spoortrein in
een boot, onder voorwendsel de reis om de wereld te maken in tachtig
dagen. Ik twijfel er niet aan of al die gymnastiek zal te Bombay
wel eindigen."
"Is mijnheer Fogg welvarend?" vroeg Fix op zijn natuurlijksten toon.
"Zeer welvarend, mijnheer Fix, en ik ook. Ik eet als een wolf, die
in langen tijd niets gehad heeft. Het is zeker de zeelucht."
"Uw meester zie ik nooit op het dek."
"Neen, nooit. Hij is niet nieuwsgierig."
"Weet ge wel, mijnheer Passepartout, dat deze beweerde reis om de
wereld wel een geheime zending kon verbergen ... bij voorbeeld een
diplomatieke missie."
"Op mijn woord, mijnheer Fix, daar weet ik niets van; dat moet ik
u eerlijk bekennen, en het is mij ook geen halve kroon waard om het
te weten."
Na deze ontmoeting spraken Fix en Passepartout nog dikwijls samen. De
inspecteur van politie scheen er prijs op te stellen, om met den
bediende van den heer Fogg goede vrienden te worden. Dit kon hem bij
voorkomende gelegenheid te pas komen. Hij bood hem dan ook dikwijls
in de koffiekamer der Mongolia een glas whisky of pale-ale aan, dat
de goede jon
|