zeten, waarvan mevrouw
Aouda de beste plaats bezette, en spoorden met groote snelheid naar
Benares, ongeveer tachtig mijlen van Allahabad verwijderd, welken
afstand men in twee uur moest afleggen. Gedurende dezen tocht kwam
de jonge vrouw geheel tot haar zelve. De bedwelmende dampen van den
hennep waren vervlogen.
Hoe groot was haar verbazing toen zij bemerkte dat zij in een trein
zat, in een waggon, omringd van personen in europeesche kleederdracht
en die haar allen geheel onbekend waren.
Terstond overlaadden hare reisgezellen haar met allerlei
voorkomendheden en kleine diensten en verkwikten haar met eenige
druppels likeur. Daarop verhaalde de generaal haar al hetgeen met haar
was voorgevallen. Hij prees vooral de toewijding van Phileas Fogg,
die niet geaarzeld had zijn leven te wagen om het hare te redden,
en zeide, dat zij de ontknooping van het avontuur aan den stouten
inval van Passepartout te danken had.
Fogg liet hem dit alles vertellen, zonder een woord te
zeggen. Passepartout was zeer verlegen en herhaalde onophoudelijk
dat het de moeite niet waard was!
Mevrouw Aouda dankte hare redders met aandoening, meer nog door
hare tranen dan door hare woorden. Hare schoone oogen, meer dan
haar lippen, waren de tolken harer dankbaarheid. Toen, denkende aan
hetgeen voorgevallen was met de sutty, zag zij in hare verbeelding
Indie weder voor zich, waar nog zoovele gevaren haar wachten, en zij
werd door eene huivering van schrik bevangen.
Phileas Fog begreep wat er in de ziel van mevrouw Aouda omging,
en bood haar, om haar gerust te stellen, op zeer eenvoudigen toon
aan, haar naar Hong-Kong te brengen, waar zij kon blijven tot de
zaak geheel uit de wereld zou zijn. Mevrouw Aouda nam dit aanbod met
dankbaarheid aan. Te Hong-Kong woonde juist een harer bloedverwanten,
een Parsi zooals zij, en een van de grootste handelaren van de stad,
die geheel engelsch is, ofschoon zij op een uithoek van de chineesche
kust is gelegen.
Te half een kwam de trein te Benares aan. De brahmaansche legenden
zeggen dat deze stad de plaats van het oude Casi inneemt, dat vroeger
in de lucht hing tusschen het zenith en den nadir, evenals het graf van
Mahomed. Maar in dezen materieelen tijd rust Benares, het Athene van
Indie, zooals de Oosterschen het noemen, zeer prozaisch op den grond,
en Passepartout kon een oogenblik deze huizen van gebakken steen en
kleihutten beschouwen, die het zulk een treurig aanzien schenken,
zonder eenige loca
|