begrijpen
belangstelling volgde; want zoowel te Calcutta, als te Bombay en te
Suez, had hij het bevel van inhechtenisneming nog niet ontvangen.
Intusschen had Obadiah akte genomen van de bekentenis van Passepartout,
die wel alles wat hij bezat had willen geven, om zijne onvoorzichtige
woorden terug te nemen.
"Is het feit erkend?" vroeg de rechter.
"Erkend," antwoordde Fogg kalm.
"Overwegende," hernam de rechter, "dat de engelsche wet alle
godsdiensten in Indie even nauwgezet wil beschermen en het misdrijf
door genoemden Passepartout erkend is en van dezen alzoo bewezen is
dat hij den drempel van den afgodstempel van Malabarhill te Bombay met
een heiligschennenden voet heeft betreden op den 20en October, wordt
meergemelde Passepartout veroordeeld tot vijf dagen gevangenisstraf
en een boete van driehonderd pond."
"Drie honderd pond!" riep Passepartout uit, die slechts ooren had
voor de boete.
"Stilte!" riep de deurwaarder met krijschende stem.
"En," voegde de rechter Obadiah er bij, "overwegende dat het niet
bewezen is, dat de meester niet medeplichtig was aan het misdrijf
van den bediende, maar dat in allen gevalle deze aansprakelijk moet
worden gesteld voor de daden en bewegingen van een bediende, welke
van hem zijn loon ontvangt, wordt aan Phileas Fogg niet veroorloofd
te vertrekken en wordt hij veroordeeld tot een gevangenisstraf
van acht dagen en een boete van honderd vijftig pond. Griffier de
volgende zaak!"
Fix had, in zijn hoek gezeten, met een onuitsprekelijk genoegen
Phileas Fogg hooren veroordeelen tot acht dagen gevangenisstraf te
Calcutta. Dat was langer tijd dan noodig was om het bevel tot in
hechtenisneming te ontvangen.
Passepartout was geheel verpletterd. De veroordeeling deed zijn
meester diens geheele fortuin verliezen. Een weddenschap van twintig
duizend pond verloren, alleen omdat hij als een echte slenteraar dien
verwenschten afgodstempel van Malabarhill binnengetreden was!
Phileas Fogg bleef zoo geheel meester over zich zelven alsof hem
de veroordeeling volstrekt niet aanging. Ja, hij fronste zelfs zijn
wenkbrauwen niet. Maar op het oogenblik dat de griffier een andere
zaak zou roepen, richtte hij zich op met de woorden:
"Ik bied borgtocht aan."
"Dat is uw recht," antwoordde de rechter.
Fix dacht dat hij door den grond zou zinken, maar hij herstelde zich
weer spoedig, toen hij vernam wat de rechter zeide.
"Overwegende dat Phileas Fogg en zijn bediende vreemdelingen
|