ut, volstrekt geen indruk of Fogg te
maken, en de afwijkingen van diens gewonen zielstoestand, zoo zij
al bestonden, waren moeielijker te berekenen dan die van Uranus,
welke de ontdekking van Neptunus ten gevolge had. Dit verbaasde
dag aan dag Passepartout, die in de oogen van de jonge vrouw zulk
een gloed van dankbaarheid las. Fogg had ongetwijfeld slechts een
hart voor heldhaftige feiten, maar verliefd, neen, dat kon hij niet
wezen. Hij scheen er in het geheel niet aan te denken eenige voorzorgen
te beramen, zoo de reis soms een anderen keer nemen mocht. Maar
Passepartout leefde in voortdurenden angst. Eens toen hij tegen de
balustrade van de machinekamer stond te leunen, en naar de ontzaglijke
machine keek, werd het schip door een heftige schommeling plotseling
op zijde geworpen. De stoom vloog uit alle kleppen.
"Deze kleppen zijn niet genoeg belast!" riep hij uit. "Men gaat niet
vooruit!--Kijk dat zijn die Engelschen weer! Als dit een amerikaansch
schip was, dan zou men misschien springen, maar in elk geval zouden
wij sneller vooruitkomen."
ACHTTIENDE HOOFDSTUK.
Waarin Fogg, Passepartout en Fix elk hun eigen gang gaan.
Gedurende de laatste dagen van den overtocht was het zeer slecht
weder. De wind woei hevig uit het noordwesten, wat voor het schip
hoogst nadeelig was. De Rangoon, die vrij onvast van gang was,
slingerde geweldig, en de passagiers, hadden alle recht, zoo zij
wrevelig waren op die lange golven, welke de wind tegen de boorden
van de boot opjoeg.
De 3e en 4e November waren stormachtige dagen. Rukwinden joegen de
zee huizenhoog op en de Rangoon moest een halven dag lang alle zeilen
reven en met een vierde van haar kracht werken, ten einde niet door
den golfslag overweldigd te worden. Alle zeilen waren geborgen, maar
zelfs het tuig scheen nog te veel en onophoudelijk hoorde men den wind
er door heen fluiten. De mailboot vorderde dus, zooals men denken kan,
veel langzamer, en men berekende dat, wanneer de wind niet ging liggen,
men twintig uren later zou aankomen dan het reglement bepaalde.
Phileas Fogg was getuige van het schouwspel eener onstuimige zee,
die rechtstreeks tegen hem scheen te kampen; maar zijne gewone kalmte
verliet hem daarom niet. Geen oogenblik fronste hij zijn voorhoofd
en nochtans kon eene vertraging van twintig uren zijn geheele reis
verijdelen, daar hij dan de stoomboot naar Yokohama misliep. Maar
deze man, men zou schier zeggen, zonder zenuwen, voelde ongeduld
noch
|