en de kruinen der boomen uitstaken.
"Volg mij," zeide de gids op fluisterenden toon.
Met verdubbelde behoedzaamheid en door zijne metgezellen gevolgd,
gleed de gids onhoorbaar door het hooge gras langs den oever. Men
hoorde niets dan het ruischen van den wind in het gebladerte. Weldra
bleef de Parsi staan op eene opene plek in het bosch, verlicht
door eenige brandende dennentakken. Op den grond lagen een aantal
slapenden verstrooid, kennelijk in dronkenschap verkeerende. Men zou
gezegd hebben, dat het een slagveld was met dooden bedekt. Mannen,
vrouwen en kinderen lagen hier op en door elkander, terwijl men op
korten afstand nog eenige beschonkenen hoorde ronken.
Op den achtergrond tusschen dicht geboomte zag men onduidelijk de
omtrekken van de pagode. Maar tot groote teleurstelling van den
gids onderscheidde men de lijfwachten van den rajah, die bij helder
flikkerende boomstammen, de ontbloote sabels in de hand, op schildwacht
stonden voor den tempel. Men moest dus onderstellen dat de priesters
in den tempel eveneens waakten.
De Parsi waagde zich niet verder.
Hij besefte dat het onmogelijk was den ingang van den tempel te
naderen en voerde zijne metgezellen in het bosch terug. Phileas
Fogg en Cromarty hadden eveneens begrepen, dat van deze zijde niets
was te beproeven. Zij hielden stand en overlegden met elkander op
fluisterenden toon.
"Laat ons wachten," zeide de generaal, "het is eerst acht ure en het
is mogelijk, dat ook de lijfwachten in slaap vallen."
"Dit is inderdaad mogelijk," zeide de Parsi.
Phileas Fogg en de zijnen legden zich dus neder bij een boom en
wachtten. De tijd viel hun zeer lang. Nu en dan verliet hen de gids
om eens hoogte van de zaken te gaan nemen. Maar de lijfwachten van
den rajah bleven waken bij hunne toortsen en door de openingen in de
pagode drong een flauw licht naar buiten.
Men wachtte tot middernacht, maar de toestand bleef dezelfde.
Voor den tempel hield men nog altijd de wacht. Blijkbaar kon men er dus
niet op rekenen, dat ook de wachters zouden gaan slapen. Waarschijnlijk
hadden zij geen opium mogen schuiven. Men moest dus op een ander
middel bedacht zijn en trachten door eene opening in de achterzijde
van den tempel daar binnen te dringen. Maar het bleef de vraag of daar
de priesters niet even waakzaam zouden zijn als de soldaten er buiten.
Na een laatste overleg, verklaarde de gids zich bereid om op verkenning
uit te gaan. Fogg, sir Francis en Passepartout vo
|