men iets nieuws wil zien."
Ten zes ure des avonds stoomde de Mongolia weder voort en was spoedig
in de Indische Zee. Er waren haar nog honderd acht en zestig uren
toegestaan, om den weg van Aden naar Bombay af te leggen. De Indische
Zee was haar ook verder zeer gunstig. De wind bleef noord-west. De
zeilen kwamen den stoom te hulp.
Het schip, dat nu zwaarder belast was, slingerde minder. De passagiers
kwamen in nieuwe toiletten op het dek. Het zingen en dansen nam weer
een aanvang. De reis werd dus onder de gunstigste omstandigheden
volbracht. Passepartout was zeer ingenomen met den aangenamen
reisgenoot, dien het toeval hem in den persoon van Fix verschaft had.
Zondag 20 October, tegen 12 uur, kreeg men de indische kust in 't
gezicht. Twee uur later kwam de loods aan boord der Mongolia. Aan den
horizon teekenden zich de bergen schilderachtig tegen den donkeren
hemel af. Weldra zag men de palmen, die boven de stad uitstaken. De
mailboot stoomde de haven binnen, welke gevormd wordt door de eilanden
Salsette, Colaba, Elephanto en Butcher en ten half vijf lag zij voor
de kade van Bombay.
Phileas Fogg had dien dag zijn drie en dertigsten robber gespeeld;
zijn partner en hij hadden door vernuftige berekening schlem gemaakt.
De Mongolia moest eerst den 22en October te Bombay aankomen. Zij kwam
er den 20en, dus had men sedert het vertrek uit Londen twee dagen
gewonnen, wat Phileas Fogg niet naliet terstond in zijn register
te vermelden.
TIENDE HOOFDSTUK.
Waarin Passepartout maar al te blij is dat hij met het verlies zijner
schoenen er af komt.
Iedereen weet dat Indie, deze groote omgekeerde driehoek, wiens basis
in het noorden en toppunt in het zuiden gelegen is, een oppervlakte
heeft van veertien honderd duizend vierkante mijlen, en een zeer
ongelijk verspreide bevolking telt van honderd tachtig millioen
inwoners. Het britsche Gouvernement oefent onbepaald gezag uit over
een zeker gedeelte van dit onmetelijke land, en heeft te Calcutta
een gouverneur-generaal, als ook gouverneurs te Madras, Bombay en
Bengalen en een luitenant-gouverneur te Agra.
Maar eigenlijk Engelsch-Indie heeft niet meer dan een oppervlakte
van zeven honderd duizend vierkante mijlen, met een bevolking van
honderd a honderd tien millioen inwoners. Daaruit blijkt genoegzaam,
dat de koningin over een aanzienlijk deel van dit grondgebied niet
regeert, en inderdaad, de woeste en geduchte hindoesche rajahs in
het binnenland zijn nog gehee
|