gen altijd zonder eenigen omslag aannam en dikwijls ook
beantwoordde om geen verplichting te maken; hij vond dien Fix een
zeer beleefd gentleman.
Onderwijl ging de mailboot snel vooruit. Den 13en had men Mokka in
het gezicht, dat in een ring van verwoeste muren scheen te liggen,
waarboven eenige groene dadelboomen. In de verte ontdekte men tegen de
bergen de uitgestrekte koffievelden. Passepartout was in verrukking
toen hij deze beroemde stad zag, en hij vond zelfs dat zij met hare
ronde muren en geslechte vesting, die tot oor moest dienen, veel op
een reusachtige kop koffie geleek.
Den volgenden nacht passeerde de Mongolia de straat Bab-el-Mandeb,
welke arabische naam beteekent: Poort der Tranen, en den anderen
morgen, den 14en liep zij te Steamer-Point ten noordwesten van de
reede van Aden binnen. Hier moest zij weder brandstof opdoen.
Een ernstige en belangrijke zaak is de zorg voor de steenkolen
der mailbooten, op zulke afstanden van de plaats waar zij worden
gedolven. Voor de Peninsular-Company is dit eene jaarlijksche uitgave
van acht honderd duizend pond sterling, want men heeft op verscheidene
punten in die ver verwijderde zeeen depots moeten vestigen en daar
kost het hectoliter kolen veertig gulden.
De Mongolia had nog zestien honderd vijftig mijlen af te leggen voor
zij Bombay bereikte en moest vier uur te Steamer-Point blijven, om haar
voorraad in te nemen. Maar dit oponthoud kon aan het programma van Fogg
volstrekt geen nadeel doen. Dit alles had men berekend. Daarenboven
was de Mongolia, in plaats van in den morgen van den 15en October
te Aden te komen, reeds den 14en aldaar gearriveerd. Dit was dus een
winst van vijftien uren.
Fogg en zijn bediende gingen nu aan land. De gentleman wilde zijn
paspoort laten viseeren. Fix volgde hem onopgemerkt. Toen deze
formaliteit afgeloopen was, keerde Phileas Fogg weer naar boord terug,
om daar zijn geschorst spel te hervatten.
Passepartout slenterde, volgens gewoonte, door de stad, tusschen
Somanlis, Banianen, Perzen, Joden, Arabieren en Europeanen, die de
25,000 inwoners van Aden uitmaken. Hij bewonderde de versterkingen,
die deze stad tot een Gibraltar der Indische Zee maken, en de prachtige
waterleidingen, waaraan de engelsche ingenieurs, twee duizend jaren
na die van koning Salomo, arbeidden.
"Zeer-merkwaardig! zeer merkwaardig!" mompelde Passepartout bij zich
zelven, toen hij weer aan boord was. "Ik zie dat het zeer nuttig is
om te reizen, wanneer
|