hen die eilanden en de kust
leveren voor de scheepvaart dikwerf ernstige gevaren op, vooral bij
het heerschen van de bora, de plaag dezer kusten.
Van Triest kan men op tweeerlei wijze Fiume en de golf van Quarnero
bereiken. Een spoorweg, die het plateau van Karst doorsnijdt, verbindt
de beide steden, en brengt u in zeven uren van Triest aan den oever
der golf. Een tweede middel van vervoer is de stoomboot, die van
Triest naar Pola, en verder, deels langs de oostkust van Istrie,
naar Fiume vaart, Maar wie van Fiume verder wil gaan, zal daartoe
bezwaarlijk gelegenheid vinden, tenzij hij eene eigen boot hure en
uitruste om van het eene eiland naar het andere te zeilen. Hieraan
zijn echter bezwaren verbonden, die niet te licht mogen worden
geteld. Vooreerst kost de huur en uitrusting van zulk eene boot,
het loon der bemanning daaronder begrepen, veel geld; daarbij is
goed weder een onontbeerlijk vereischte, en moet men ook eenigszins
aan dergelijke tochten op zee gewend zijn. Die in de kuststeden op
de stoombooten wil wachten, moet over veel tijd kunnen beschikken,
want die booten varen, in elke richting, maar eens in de week.
De Quarnero staat in een zeer slechten roep: de kustbewoners
van de Adriatische-zee, ervaren en onverschrokken zeevaarders,
zoo als men weet, noemen den naam dier golf niet dan met zekeren
schrik; de oude historieschrijvers zien in dien naam zelven eene
toespeling op de bij uitstek kwade faam van dit vaarwater: carnivoro,
vleeschetend, verscheurend. Wat hiervan zij, een enkele blik op de
kaart is voldoende, om deze noodlottige reputatie der golf alleszins
begrijpelijk te maken. De Quarnero is, zooals ik zeide, bezaaid
met eene menigte eilanden en klippen, die fragmenten schijnen van
een door het water half verzwolgen, en door de bora uitgedroogde en
verschroeide bergketen. In de talrijke engten en kanalen tusschen
de kust en die eilanden, wordt de wind opgevangen, juist als in
den hals van eene omgekeerde flesch. De zuid-oosten winden, die de
golven van Venetie en Triest kunnen teisteren, vinden daar althans
een ruim veld voor zich en verliezen daardoor veel van hun kracht:
maar in den Quarnero, waarin zij door het nauwe kanaal Della Morlacca
doordringen, stuiten zij dadelijk tegen de bergwanden van den Karst
en tegen de hooge oevers van Istrie; zij vallen dan met verdubbelde
kracht op de eilanden terug en brengen de opgezweepte wateren in de
geweldigste beroering. De stormen woeden hier met zoo h
|