ef uwe oogen op naar de bogen en kapiteelen
dor zuilengangen: overal ziet ge een turkschen kop met den tulband
gedekt of een gebaarden Slavonier. Dit is niet alles: de boeren en
boerinnen van de kust van den Quarnero, de dames van Fiume, dragen
sedert eeuwen ringen, armbanden, halskettingen, waarop ge diezelfde
symbolische koppen, op verschillende wijze aangebracht, zult terug
vinden. Ongetwijfeld is dit een bij de Kroaten en Hongaren zeer geliefd
teeken; wellicht eene herinnering aan den vreeselijken slag in 1232,
op een mijl afstands van Fiume, te Grobnick, onder aanvoering van
Bela IV, tegen de Turken geleverd.
Fiume heeft weinig of geen monumenten; de kerken hebben niets
opmerkelijks. De dom is een stijf koud gebouw, met een klassieken
voorgevel, die zijn versiering dankt aan de edelmoedige vrijgevigheid
der familie Wallsee. De stad hoeft een koninklijk gymnasium, in 1627
gesticht, en eene akademie voor de marine. De schouwburg dagteekent
van 1801; het is een zeer fraai gebouw, gesticht op kosten van den
patricier Ludwig von Adamich. Even als in alle steden van Istrie en
Dalmatie, is ook te Fiume de bevolking in onderscheidene groepen
gesplitst, die scherp van elkaar afgescheiden zijn. In plaats van
eene algemeene plaats van vereeniging en samenkomst voor de lieden
uit den beschaafden stand, vindt men er hier drie: het kroatische
Leesmuseum, het italiaansche Casino, en de duitsche Pick-Nick-Club. De
vreemdelingen worden steeds zeer gastvrij ontvangen in deze drie
societeiten, waar fransche, engelsche, duitsche, italiaansche en
slavische dagbladen en tijdschriften te vinden zijn.
Een van de grootste merkwaardigheden van Fiume is het kasteel van de
Frangipani, bij de stad, op eene aanzienlijke hoogte, boven op den berg
Terzato gelegen. Nabij dit kasteel staat een Franciskaner-klooster;
een monumentale trap van vierhonderd treden, tegen de rots geleund,
voert naar dit klooster, dat eene druk bezochte bedevaartsplaats
is. De omtrek van dit klooster was voor mij een lievelingsplekje, waar
ik meermalen nederzat om schetsen te maken. Daar zag ik des morgens,
terwijl ik in mijne eenzaamheid zat te teekenen, de slavische boerinnen
van het gebergte afdalen, om in de stad haar hooi te gaan verkoopen:
en dit tooneel verdient wel eene vluchtige herinnering.
Tusschen de Fiumera, die uit de rots te voorschijn komt, en den
Terzato, die zich daarboven verheft, heeft men langs den bergwand
een weg aangelegd, die naar de dorpen
|