ershutten. De drie
eerstgenoemde eilanden behooren tot het markgraafschap Istrie, de
twee anderen tot het koningrijk Dalmatie.
De reiziger, die van Pola naar Fiume vaart, heeft het eiland Cherso
aan zijne rechterhand; oorspronkelijk maakte dit eiland een geheel uit
met het eiland Lussine; maar ten gerieve van de scheepvaart, heeft men
tusschen de beide eilanden een kanaal, het kanaal van Ossoro genoemd,
gegraven, waarover eene smalle brug ligt, de Cavanella genoemd.
Cherso heeft eene lengte van niet minder dan vijf-en-dertig, en eene
breedte van zeven mijlen; de kust is steil, de bergen zijn voor een
deel kaal en naakt; de valleien, ook die het meest tegen den wind
zijn beschermd, bieden slechts een steenachtigen, rotsigen bodem
aan. Er wordt een weinig koren verbouwd, maar daarentegen veel wijn,
olijven en honig. Een van de hoofdbronnen van de welvaart des lands
is de veeteelt. De zee nabij de kust is zeer rijk aan visch; en in het
meer Vrana, in het binnenland, vindt men palingen van zeldzame grootte.
De stad, waaraan het eiland zijn naam ontleent, telt ongeveer
vijfduizend inwoners, en niet minder dan acht kerken. De haven is zeer
goed, de kaaien zijn meerendeels met nieuwerwetsche gebouwen omzoomd;
de stad zelve is aan haar steenen muurgordel ontwassen: zij heeft zich
rechts en links uitgebreid en de berghellingen beklommen. Ondanks de
olijvenkweekerij en den wijnbouw, ondanks de uitgebreide veeteelt ook,
is Cherso toch hoofdzakelijk een land van zeevaarders en matrozen. De
scogliari of eilandbewoners gaan dikwijls ver weg, tot in het uiterste
Oosten, om hunne fortuin te beproeven; en de arme eilander, die met
groote moeite en zware inspanning, door het kweeken van olijven of
druiven, een schamel stuk brood verdient, wijst den vreemdeling met
trotsche bewondering op de enkele gelukkigen, die als signori van
hunne verre reizen zijn teruggekeerd.
Ossero, zoo als het eiland Lussine doorgaans genoemd wordt, is kleiner
dan Cherso, maar bezit twee havens, Lussin-Grande en Lussin-Piccolo,
die van zooveel belang zijn, dat sommige aardrijkskundigen het geheele
eiland met den naam Lussine aanduiden. De stad Ossero treedt voor
deze twee havens in de schaduw; zij ligt op een voorgebergte, op het
eiland Cherso, maar het kanaal, dat haar van het eiland Ossero scheidt,
is zoo smal, dat de Cavanella bijna niet meer dan eene sluis is. Deze
stad, die vroeger haar naam aan het gansche eiland schonk, is thans
verlaten en als ui
|