andere
middelen: waar zijn argumenten te zwak bleken om de roodhuiden
over te halen, wierp hij zijn whiskyflesch in de weegschaal. Want
geene behoefte is voor den Indiaan zoo onwederstaanbaar, als die
van sterken drank. Het recht om slaven te koopen en te verkoopen,
kwam maar aan enkele opperhoofden ten goede; maar de vrijheid om
sterken drank te koopen en te verkoopen, ging iederen man en iedere
vrouw in de indiaansche kampementen rechtstreeks ter harte. Door
aan de Indianen den vrijen handel in slaven en whisky te beloven,
won Albert Pike eene groote meerderheid van stemmen voor het Zuiden.
Vijfduizend indiaansche krijgers, met bijlen en messen gewapend,
schaarden zich onder de banier van Albert Pike, die nu zijn burgerlijk
karakter als indiaansche commissaris aflei, een hoed met pluimen
opzette, een gegalonneerden rok aantrok, een zwaard op zijde gespte,
en op het tooneel verscheen als generaal Pike. Twee legers opereerden
langs de grenzen:--een leger der Noordelijken onder Curtis, en een
leger der Zuidelijken onder Van Dorn. Op bevel van het departement
van Oorlog te Richmond, voegde Pike zich met zijne krijgslieden hij
het leger van Dorn, en deze omstandigheid gaf een zekeren komischen
tint aan den bloedigen en onbeslist gebleven veldslag van Pea-Ridge.
Zoo lang als het bij het houden van parade bleef, stond hun militair
beroep den roodhuiden wel aan. Hunne soldij was hoog, hun voedsel
goed, en Pike was niet al te streng op het stuk van discipline en
exercitie. Er was overvloed van whisky in het kamp. Maar toen de vijand
naderde en het vuur uit zijne groote kanonnen opende, toen verlieten
deze kinderen der wouden hunne gelederen en sloegen op de vlucht. Hoe
dapper en onverschrokken ook in het gevecht, is de Indiaan niet
bestand tegen de beproevingen van een geregelden krijg. Zij stormden
onbevreesd voorwaarts: maar door geweer- en geschutvuur ontvangen,
deinsden zij verbijsterd terug. Alles wat zij hoorden en zagen was
geheel nieuw voor hen. Van de tien Indianen had er nauwelijks een
ooit een kanon hooren afschieten; niet een van de vijftig had ooit een
vuurpijl gezien. De granaten zagen zij aan voor vallende sterren. Hun
krijgsgeschreeuw werd overstemd door het oorverdoovend gerucht: de
walmende rook onttrok hunne vijanden aan hun gezicht. Zelfs als zij
achter eiken en dennen wegscholen, waren zij nog niet veilig; want de
granaten ontploften tusschen de boomen en de scherven vlogen hun om
de ooren. Wat konden
|