pgevoerd. Men
spreekt met weerzin over de daden van Jan van Leiden, als over een
treurige openbaring van menschelijke dwaasheid. De onbeschaamdheid
van Sancho Panza doet ons hartelijk lachen, als eene meesterlijke
schepping der satire. Maar Munster en Barataria hebben hier hun
meerdere gevonden. Pinchback en Antoine in het gestoelte der eere:--dit
is, als komisch effect, onovertroffen.
Warmoth weigerde natuurlijk Pinchback te erkennen; en deze laatste
wist niet recht wat hem te doen stond, ofschoon hij op Packard
en de soldaten rekenen kon. Generaal Warmoth stond bekend als een
voortreffelijk schutter, die zonder eenig bedenken, in een tweegevecht,
zijn tegenpartij zou neerschieten; het was dus voor Pinch geen zaak,
hem persoonlijk te tergen. De conservatieve leden, wien de toegang tot
de vergadering geweigerd was, kwamen elders te zamen, protesteerden
tegen hunne uitzetting, en riepen de hulp in van Warmoth, als den
wettigen gouverneur, tegen een man, die niet de minste aanspraak
had op den rang, dien hij bekleedde. Kellogg wist te bewerken
dat Pinch als republikeinsch kandidaat voor den Senaat zou worden
gesteld. Norton trok te zijnen behoeve zijne kandidatuur in; en men
hoopte dat zijne verkiezing tot senator zijne onwettige handelingen
in zekeren zin zou goedmaken, althans doen vergeten. Maar Warmoth
bleef onverzettelijk. Pinch liep naar Packard om raad te vragen; maar
Packard durfde geen raad geven. Ieder rechtsgeleerde in Nieuw-Orleans
zeide hem, wat hij trouwens zelf zeer goed wist, dat het bevelschrift,
waaraan hij uitvoering gaf, onwettig was. Geen enkele autoriteit
erkende Pinch; en ondanks zijne onbeschaamdheid, durfde Packard geen
stap verder te gaan zonder nadere machtiging van Washington.
Kellogg, die niets kon doen zonder Pinch, evenmin als Pinch iets
zonder Packard, riep toen de hulp in van zijn patroon, President Grant,
en zond aan den prokureur-generaal Williams het volgende telegram:
"Nieuw-Orleans, 11 December 1872.
"Als de President op eene of andere wijze te kennen geeft, dat hij het
gebeurde erkent, dan zullen de gouverneur Pinchback en de wetgevende
macht alles verder in orde brengen."
George H. Williams is voor geen klein gerucht vervaard, en
doet in vermetelheid voor niemand onder; maar hij durfde toch
den President niet voorstellen om een gauwdief van een neger als
gouverneur van Louisiana te erkennen, enkel omdat die gauwdief, met
terzijdestelling van alle wettig gezag, zich in den
|