modore Porter, in October
1818, het kleine kamp opgeslagen, waaraan hij den blufferigen naam
van Madisonville gaf.
Ik brandde van ongeduld om aan land te gaan, en mijne makkers
verlangden niet minder dan ik naar den vasten grond. Zoodra dan ook
de vergunning gegeven is om aan wal te gaan, haast zich iedereen om
daarvan gebruik te maken. Het doel onzer wandeling was ons van zelf
aangewezen: wij zouden ons gaan baden in de beek ten westen van het
dorp. Na eenige inlichtingen te hebben ingewonnen van den havenmeester,
die juist aan boord komt, nemen wij plaats in onze sloep. Onderweg
komen wij onderscheidene, met vruchten geladen prauwen tegen, die
zich naar de Vaudreuil spoeden.
De landing is niet gemakkelijk: er gaat in de baai eene vrij hevige
branding, en de ondiepte maakt het voor onze sloep onmogelijk het
strand te naderen: er blijft nog eene ruimte over van omstreeks
twintig el. Onze matrozen zijn gereed ons op hun schouders naar het
land te dragen, maar wij weten ons zelven te helpen. De schoenen
worden uitgetrokken, de pantalons zoo hoog mogelijk opgeslagen, en
lachende en schertsende loopen wij voort over den zandigen bodem,
achtervolgd door de golven, wier schuim onzen rug bespat. Eenige
inlanders, onder de boomen langs den weg gezeten, komen naderbij om
de nieuw aangekomen vreemdelingen te bekijken; natuurlijk vormen de
vrouwen onder deze nieuwsgierigen de meerderheid.
De heer M..., schrijver bij de marine, die vlak bij het strand,
in de voormalige kerk van Taio-Hae woont, komt ons verwelkomen. In
dergelijke omstandigheden is de kennis spoedig gemaakt; onze nieuwe
vriend verklaart zich bereid, ons in alles, waarin wij hem noodig
konden hebben, van dienst te zijn. Wij hebben voorloopig geene andere
begeerte, dan dat hij ons eene plaats aanwijst, waar wij voegzaam
kunnen baden. Hij biedt zich aan om met ons te gaan.
Wij volgen een fraai belommerden weg, die langs den oever der baai
loopt. De huizen van het dorp, die op het strand uitzien, staan langs
dien weg verspreid. Wij gaan voorbij eenige winkels, die bijna allen
aan vreemdelingen, vooral aan Amerikanen, toebehooren, en waarvan
sommigen zeer goed voorzien zijn. De koopers vinden op de toonbank
altijd eene pijp voor hen gereed liggen, en de inlanders verzuimen
nooit van die kostelooze gelegenheid tot rooken gebruik te maken,
ook al laat de pijp, uit hot oogpunt van zindelijkheid, wel te
wenschen over.
De weg verlaat het strand en wendt zich rechts
|