The Project Gutenberg EBook of De Zwarte Kost, by Cyriel Buysse
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: De Zwarte Kost
Author: Cyriel Buysse
Release Date: January 23, 2006 [EBook #17525]
Language: Dutch
Character set encoding: ASCII
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK DE ZWARTE KOST ***
Produced by Johan Boelaert.
De Zwarte Kost
Cyriel Buysse
1898
I
Het sloeg juist elf, die zondagmorgen, en in de enkele straat van
het dorpje was alles stil en vreedzaam, toen, in een plotselinge
opschudding, van huis tot huis de deuren openvlogen, en de bewoners
met uitroepingen van verbazing op hun dorpels kwamen.
Er moest voorwaar geen gewichtige gebeurtenis in het rustig Akspoele
plaatsgrijpen, om er terstond de lieden op de straat te lokken: de
enkele voorbijtocht van een ongewoon rijtuig of de verschijning van
een onbekende waren daartoe ruim voldoende. Doch ditmaal gold het
iets zo buitengewoon ontzettends, dat het er terstond als een klein
oproer werd.
Daar, aan het uiteinde van de straat, komend in het dorp langs de
weg van het station Bavel, naderde met rasse tred, vergezeld van een
joelende bende knapen en meisjes, een groep van drie personen.
Hij, die in het midden liep, werd dadelijk herkend. Het was Massijn,
Fortune Massijn, de klerk van notaris Potvlieghe. Maar of de twee
anderen mensen of dieren waren, dat konden de stomverbaasde
dorpelingen nog niet bevestigen.
Zij hadden de gestalte en de lichaamsvormen van twee magere, te
vroeg opgeschoten vijftienjarige knapen. Beiden droegen een
zwartfluwelen pak, met korte broek en koperen knopen op het wambuis;
beiden hadden lange rode kousen aan, en op het hoofd een zonderlinge
rode pet, met zwarte, schuins afhangende kwast. Doch wat volstrekt
op niets menselijks meer leek was hun gezicht: een glimmend-zwarte,
monsterlelijke tronie met vervaarlijke ogen en vingerdikke lippen;
en hun handen: afschuwelijke handen, zwart, lang en mager gelijk
beestenklauwen. Een soort van zwarte, dichtkroezende wol bedekte hun
slapen; en door hun oorlellen staken overgrote koperen ringen, woest
schitterend in de ochtend-zonneglans.
Massijn was in het dorp bekend als een allerzonderlingste kerel. Het
greintje hoogmoedswaanz
|