e de menigte
saam op het geroep: "Weg met Van Maanen! Weg met Libry!" Aangeleid door
voornaam gekleede belhamels, die terstond na het oproer verdwenen, liep de
menigte naar de bureaux van de _National_ de ruiten inslaan, verwoestte
daarna den boekwinkel van Libry, keerde zich vervolgens tegen de huizen van
den Procureur-Generaal en van den bestuurder der politie die hetzelfde lot
ondergingen, en stak ten slotte het vuur aan het hotel van den minister van
justitie Van Maanen, den impopulairen gunsteling van Koning Willem I.
Die volksoploop, zonder plan of leiding, kon gemakkelijk door het
garnizoen, hoe gering het ook was, onderdrukt worden; maar op dit oogenblik
betoonden de regeeringspersonen, door hunne ongelooflijke zwakheid en hun
volkomen gemis aan tegenwoordigheid van geest, een bepaald plichtverzuim.
De burgemeester van Brussel was op zijn buiten! De bevelhebber der
burgerwacht hield zich uit schrik in zijn huis opgesloten! Generaal de
Bijlandt wachtte vruchteloos op bevelen; de militaire gouverneur hield zich
alsof de zaak hem niet aanging; de troepen, die intusschen de wapens gevat
hadden, moesten uit eigen beweging optreden, en om 5 uur 's morgens hadden
zij nog geen bevel tot handelen gekregen! Politie en leger toonden zich zoo
onmachtig en lijdzaam, dat de stoutmoedigheid der oproerlingen weldra geen
palen meer kende en de oploop zich ongehinderd uitbreidde. In plaats van de
troepen krachtig tegen de muiters te doen optreden, trok men ze rond den
middag (26en Augustus) voor de Bank en de Paleizen samen, waar ze tot den
3en September in eene onverklaarbare werkeloosheid gehouden werden.
Bij de oproermakers had zich intusschen eene bende plunderaars gevoegd en
dat gepeupel brak de wapenwinkels open, plunderde de handelsmagazijnen,
vernielde het hotel van 't Provinciaal Bestuur en stak de woningen van een
generaal en een kolonel in brand. Benden werklieden, meestal dronken,
liepen naar de voorgeborchten en vernielden de weeffabrieken Basse in de
stad, Rey te Kuregem, Bal en Fortin te Vorst, Wilson te Stalle: het was hun
vooral te doen om de mechanieken te verbrijzelen die het getal
handarbeiders verminderden. De beweging begon meer en meer te ontaarden in
eene soort van straatrooverij, die zich om politieke beweegredenen niet
bekommerde. Wel is waar stak 's morgens een vreemde belhamel de Fransche
vlag op het stadhuis uit; doch Ducpetiaux verving ze dadelijk door de oude
driekleur van de Brabantsche omwentelin
|