hem en Duffel, den linkervleugel boven Lier;
Niellon verraste Lier zonder slag of stoot, versterkte het, sloeg een
tegenaanval af en verplichtte het gansche leger zich onder de muren van
Antwerpen terug te trekken. Bij dit nieuws stelde Chasse de havenstad in
staat van beleg. 's Anderendaags overrompelt generaal Mellinet, met het
tweede leger, de brug van Waalhem en sluit zich den 24en op Ouden-God met
Niellon aan. Reeds den volgenden dag namen zij Borgerhout en Berchem in,
alwaar graaf Frederik de Merode doodelijk gekwetst werd; enkele dagen
vroeger was de tooneelspeler Jenneval, de dichter der _Brabanconne_, te
Lier gesneuveld.
[Figuur: Fac-simile van een handschrift uit de Koninklijke
Bibliotheek te Brussel]
Op het zicht der vluchtende Hollanders staat het lagere volk te Antwerpen
op; straatgevechten ontstaan; de strijd wordt vooral rondom de poorten
geleverd; een gedeelte der Hollandsche troepen begint den aftocht naar
Breda, terwijl het andere de muiters beschiet.
Den 27en 's morgens trok eene afvaardiging van Antwerpsche notabelen bij
generaal Chasse om hem te vragen het gevecht te staken; zij overhandigden
hem tevens eenen brief van den oud-tolbeambte Frans Vanden Herreweghe,
afgevaardigde van het Voorloopig Bewind, die hem vroeg zijne troepen in de
citadel en het arsenaal terug te trekken en een wapenstilstand met de
patriotten te sluiten. De bevelhebber nam het voorstel aan, gaf bevel aan
zijne manschappen om zich over de wallen naar het kasteel te begeven en
leverde de sleutels der stadspoorten aan Vanden Herreweghe.
Kessels en Niellon, nauwelijks met de vrijwilligers de stad binnengerukt,
deden zich door de verdedigers der citadel, onder den schijn dat zij
vredeonderhandelaars waren, inlaten, en legden de verklaring af, dat de
gesloten wapenstilstand, als zijnde geteekend door een onbevoegde
burgerlijke overheid, geene verbindende kracht had voor de Belgische
troepen. Daar Chasse ze naar den afgevaardigde van 't Bewind verzond,
durfden zij met dien Vanden Herreweghe en Mellinet rond den middag aan den
generaal een geschreven voorstel richten, waardoor zij de citadel, het
arsenaal en de krijgsvloot met al het oorlogsmateriaal opeischten met
tijdsbepaling van vier uur om te beslissen.
Doch nog voor twee uur hadden reeds de onstuimige patriotten, ondanks den
wapenstilstand, op de Hollanders van het arsenaal geschoten. Deze waren
genoodzaakt dit vuur te beantwoorden; de aanvoerder Kessels, die eerst
get
|